Tweede ipem koncert hedendaagse muziek en poezie
Het Ipem heeft zelf een nieuwe vorm van koncert ontwikkeld waarvan de tweede aflevering liep in de Galerij Richard Foncke te Gent. Elk uit te voeren werk wordt voorafgegaan door èn een musikologische kommentaar van Dr. Herman Sabbe èn een poëtische inleiding van en door een dichter. Dit keer Daniël Van Ryssel. Hij schreef voor de gelegenheid een begroeting van het publiek, een improvisatie op de betekenissen van ‘fluit’, een drie vrouwen-gedicht en een beschouwing over de kommunikatie komponisttoehoorder. Uitvoerders van het muzikale gedeelte waren de welvertrouwde Oswald van Olmen, blokfluit en Johan Huys, klavecimbel.
Typisch voor de formule waarvoor het Ipem gekozen heeft er wordt steeds werk ingelast van de komponisten van het huis, Goeyvaerts en Goethals. Van Goethals werd dat een improvisatie op een toonbandgegeven. Suma heet het werk en het dateert uit 1971. De band verzamelt een achttal uittreksels uit Goethals' vroegere werken. Wat slechts mogelijk is, aldus Dr. Sabbe, omdat Goethals’ oeuvre zeer veel onderlinge bindingen heeft.
Goeyvaerts’ ‘Nachklänge aus dem Theater’ zijn gebaseerd op geluiden van een massa die het teater verlaat. De ordening gaat van woorden met betekenis over betekenisloze woorden tot louter artificiële klanken.
De andere werken in het programma waren van de hand van de Belg Pousseur, de Koreaan Isang Yun en de Japanner Shinohara.
Mnemosyne van Pousseur voor tenorblokfluit bestaat uit twee delen: een eerste met lange zinnen en een tweede, variatiedeel dat aleatorisch kan worden uitgewerkt. Van Olmen greep voor zijn uitwerking naar het rijke gamma van klankdidiomen uit de nieuwste literatuur, het zingend blazen, dubbeltonen, overblazen... en laste de Heine-tekst op een zinvolle manier in zijn variaties in.
In de aan Frans Brüggen gewijde ‘Fragmente’ (1968) van Shinohara, een eveneens aleatorisch stuk in veertien deeltjes, voor tenorblokfluit liet van Olmen een biezonder fraaie vertolking horen.
Op het klavecimbel speelde Huys van Isang Yun ‘Shao Yang Yin’, letterlijk ‘Het principe van de tegengestelden bij het kleine licht’. De komponist bedacht er de ondertitel voor ‘Serenata Notturna’.
De kompositietechniek van Yun is iets aparts. Hij gebruikt zogenaamde ‘Hapttöne’, d.w.z. toen die als lichtbakens fungeren en waarrond zich versieringselementen kristalliseren. Het geheel kan men vergelijken met pantomime waarin bewegingen in elkaar overgaan maar waarin een moment onmiddellijk een bepaalde stemming verraadt.