Album
Hedwig Verlinde, de actieve secretaris van het tijdschrift Yang, waarvan de redactie mij onlangs haar jaarlijkse Prijs heeft toegekend, liet mij vóór een paar dagen een heel pak fotokopieën geworden van de reacties, die in de pers verschenen zijn naar aanleiding van de plechtige uitreiking van deze onderscheiding. De Yang-prijs is een sympathieke prijs, helemaal niet burgerlijk, schreef Hedwig destijds in de brief die mij meldde dat hij mij was toegekend. Dat niet-burgerlijke komt er o.m. op neer, dat er geen geldsom aan verbonden is. Ik betrapte mij er toen op dat een iets burgerlijker aspect mij in dit geval toch niet onaangenaam zou geweest zijn. Maar kom, ik beken eerlijk dat deze blijk van waardering mij veel plezier heeft gedaan.
Tussen de reacties in de pers zitten er een paar, die duidelijk illustreren wat iedereen die bewuste avond aangevoeld heeft: er liep iets mank. En de oorzaak daarvan kan kort en goed zo geresumeerd worden: de bekroonde, die aanwezig was, heeft niet gedaan wat van hem verwacht werd.
Wat had er moeten gebeuren? Deze bekroonde, uw dienaar, zat mee aan een lange tafel. Hem zouden verscheidene vragen gesteld worden door leden van een paneel. Jos Murez was er bij, hij weet er dus alles van. Maar als men mij vragen begint te stellen over mijn werk, dan loopt het a priori al mis. Want ik praat daar niet graag over. Ik vind dat ik al moeite genoeg moet doen om het opgeschreven te krijgen. En als dat dan voor een bepaald werk gelukt is, dan geloof ik dat ik daarin alles gezegd heb, wat ik te zeggen had. Als ik achteraf door een verhaal nog zoveel méér zou kunnen vertellen, in gewone woorden, waarom had ik alles dan in een literaire vorm moeten optekenen? Bovendien - en dat is misschien nog een belangrijker reden - verafschuw ik elke vorm van pose. Eigenaardig