Het wydberoemde Overtoompje
(1731)–Anoniem Het wydberoemde Overtoompje– AuteursrechtvrijStemme: Aimable Vaincœr.
A G zuyker Mond,
Ik sta heel verzet,
So dat ook mijn Oogen,
Met tranen besmet
Mijn hebben de zugte
Door Minnedrugte
En kommernis gezet:
Uw lieffelijke Mond
Heeft Leven en Herte
Door brandende smaerte
Dodelijk gewond,
Ag dat my een zoen!
Sulken pijn kan doen,
Ik leve en lyde,
En vind voor verblyde,
Verdrietelijk doen,
Ik heb ook in ’t Minne
Zonder droeve zinne,
Niets dat my kan voen.
Gy ziet dan hoe dat
Ik gekweld moet zyn,
Gy lagt met mijn trane
En spot met mijn pijn,
By zugte en smerte,
Verkeerd gy uw Herte,
In stael en in steen:
Een zugtken so ’t lykt,
Den Hemel door wyke
En gena verrijke:
Den stael wort doorwykt,
Een diamant springt
Als ’t bloet hem dwingd,
Tog laet op mijn Herte
Met dagelijkse smerte,
En kommer omringt,
Indien niet mijn trouwe,
U eyndelijk doet rouwe,
Of verandering brengt.
Ag mijn waerde Kind,
Verandert uw zin,
Gy ziet nu hoe trouwe
Dat ik u bemin,
Ey laet tog uw Herte,
Voor zulk een smerte,
Worde tot mijn gewin,
Mijn engel mijn lief
Mijn eenig verlange:
Ag laet ik omvange!
En kwelt my meer niet,
Nu een kusje alleen:
Verzoet mijn geween,
Daerom laet tog horen,
Oopent uw Ooren,
Mag ik gelukkig zyn,
Dan vind ik na lyde,
Nog eyndelik verblyde,
Om vergenoegt te zyn
Tegen Zang.
Het minne is zoet,
Tog smettig daer by,
Die nog niet verstrikt
Die blijve tog vry,
Het is in ’t minnen,
Buyten droeve zinne,
Tog maer veynsery,
Mijn opzet blijft staen,
‘k Wil ’t minne verniete,
Het zal my verdriete,
By Venus te gaen,
Ik wil mijn Hert,
Buygen voor die smert,
Ik wil my vermaken,
In Baggus sijn zaken,
Met een Glaesje Wijn,
‘k Wil altyd gaen drinke,
Daer Wijntglaze Klinkke,
Om vrolyk te zyn.
| |
[pagina 22]
| |
Cupidootje.
O Dwaesheyd wat zegt,
Den Mensch tog op mijn?
Sal mijn Heerschappe,
Niet Magtig genoeg zijn,
De Zinnen die dwingen,
Door Zielen te dringen,
Veel harder als Been,
Ik zal in uw Hert,
Mijn Pijle gaen schieten,
Het zal u verdrieten,
Te dragen zulken smert,
Ik zal uw Zin,
Buygen voor de Min,
En so naer mijn zin,
Ik zal u neerbuygen,
Dat gy zult getuygen,
Dat ik Cupido ben.
|
|