Correspondentie
Na alle tegenslagen waarmee wij bij onze plannen voor de oprichting van een WFH-museum en -documentatiecentrum te kampen hadden, waren wij blij in het vorige nummer met een positief bericht te kunnen eindigen. De heer K. Heinis van woningbouwvereniging ACOB liet ons per brief weten dat het bestuur van de ACOB bereid was de woning Brederodestraat 93', waar WFH zijn eerste levensjaren doorbracht, te onttrekken aan het woningbestand. Voorwaarde was dat het dagelijks bestuur van de deelraad Oud-West hiermee akkoord ging.
Ons bestuur zal alleen medewerking verlenen voor het huis Brederodestraat 93' Ook zal het de zekerheid moeten hebben, dat er geen enkele nadelige financiële consequentie voor de vereniging ontstaat of in de toekomst zal ontstaan als de woningonttrekking gerealiseerd zou worden.
Op 19 mei 1992 schreven wij de heer B.J. Donker, die de zaak namens de deelraad behandelde, opnieuw een brief om uitsluitsel te vragen. Er ging een maand voorbij zonder dat er een reactie kwam. Er ging nog een maand voorbij...
Op 17 juli 1992 namen wij telefonisch contact op met bouwkundig ingenieur Donker. Hij deelde ons mee dat voor hem de zaak afgesloten was. Naar zijn mening zou er voor de leden van de ACOB een nadelige situatie ontstaan als van de woning in de Brederodestraat een museum en documentatiecentrum werd gemaakt: de leden zouden daardoor langer op de toewijzing van een woning moeten wachten. Op grond hiervan weigerde hij onze aanvraag door te sturen naar het dagelijks bestuur.
Er restte ons nu niets meer dan de kwestie voor te leggen aan de gemeentelijke ombudsman, mevrouw N. Salomons. (Red.)
(wordt vervolgd)