Verzetsman
Hermans leest mij. Toen ik tien jaar geleden bij hem was, kwam hij met Het stenen bruidsbed, overdekt met strepen en lijnen. Na wat bladeren las hij op verwijtende toon: de zon lag op het tafellaken. En vroeg: ‘Verbrandde het tafellaken dan niet?’
Ik ben niet in het Verzet geweest, net zo min als hij. Ik heb bij Rädeker geposeerd voor het monument op de Dam. Zo ben ik toch in het verzet terecht gekomen. Dat kan Hermans niet zeggen.
Harry Mulisch
In: Vrij Nederland, 9 oktober 1971