king te komen. Gaarne ontvangen wij daartoe eventueel wat werk van U ter inzage (proza of poëzie).’
Hermans reageerde op 11 augustus 1944 vanuit Heerde: ‘Dezer dagen ontving ik de derde parade, waar ik U ten zeerste voor dank. Uw nasporingen naar de andere nummers zal ik onder luid handgeklap volgen en wanneer ze met goeden uitslag bekroond worden, kunt U, wanneer U wilt, mij komen zien springen van geestdrift. Aan het eind van de volgende week keer ik terug naar Amsterdam.’
Al in het volgende nummer van Parade der Profeten (5-6, aug.-sept. 1944) verscheen voor het eerst iets van W.F. Hermans in een serieus literair tijdschrift: de gedichten ‘Robinson’, ‘Zij hangt het wasgoed aan de lijnen’, ‘In een straat...’ en ‘Voor een nieuwe “Menschheitsdämmerung”’. In het volgende nummer publiceerde hij ‘Een opdracht’, ‘Regen en maan’, ‘Op straat’, ‘Herfst’ en ‘Ontgoocheling’. Een aantal van deze gedichten heeft Hermans later gebundeld in Horror Coeli en Hypnodrome, maar geen enkel gedicht haalde in 1968 zijn Overgebleven gedichten.
Voor het weekeinde van 3-4 september 1944 schreef de Parade een zeilkamp uit in Loosdrecht. Er zou verblijf worden gehouden in een schapenkot aan de Scheendijk in Breukelen. Veel belangstelling was er niet. Behalve Jan Praas, zijn vriendin Carla Scheidler en haar 19-jarige zus Willy kwam maar één van de vele uitgenodigde medewerkers opdagen. Zijn naam? Willem Frederik Hermans.
Praas: ‘Op zondag waren er wilde geruchten. Geallieerden hebben Eindhoven, Tilburg bevrijd (zegt men); de Londense radio vertelt dat in ieder geval Breda is genomen, 's Middags gaan we in Breukelen kijken; we zien een desolate troep Duitsers op allerlei vehikels doortrekken. Rotterdam is bevrijd, zegt men. Hermans besluit 's avonds terug te gaan naar Amsterdam. Hij komt na een paar uur terug aan de Scheendijk.’ De trein reed niet.
Hermans in 1987: ‘Tegen het eind van de grap - ja, dat zal dan, denk ik, in Breukelen geweest zijn - daar stond een compagnie SS, geheel gedemoraliseerd, met tanks en vrachtauto's en daar hadden ze op geschreven: “Heim zur Mutti.” Ik zie het er nog op staan. Nou, wij lachen natuurlijk. Opgeruimd staat netjes.’
Hoewel de vier al wel een zeilboot hadden gehuurd, was er door de weersomstandigheden van zeilen niet veel terecht gekomen. In de ochtend van maandag 4 september werd het zeilkamp opgebroken. De dag erna ging de geschiedenis in als Dolle Dinsdag.
Frits Beerendonk