| |
| |
Artikel 48
1. | Elke vijf jaar kan één der Commissies bedoeld in artikel 45 lid 1 vóór één maart het bestuur een met redenen omklede schriftelijke voordracht doen tot toekenning van een prijs voor Meesterschap. |
2. | De toekenning geschiedt door het bestuur der Maatschappij. Kan het bestuur der Maatschappij zich niet met de voordracht van de Commissie verenigen, of komt naar het oordeel van de Commissie niemand voor de prijs in aanmerking, dan wordt de prijs niet toegekend en komt voor die maal te vervallen. |
3. | Het bestuur kent de prijs toe. Het is bevoegd de toekenning te weigeren, doch niet voor een door de Commissie voorgedragene een ander in de plaats te stellen. |
4. | Blijft de Commissie in gebreke haar voordracht vóór één maart in te dienen, of adviseert zij de prijs niet uit te reiken, dan heeft geen toekenning plaats. |
5. | De Commissie is niet bevoegd verdeling van de prijs over meerdere personen voor te stellen. |
6. | De prijs wordt uitgekeerd in de vorm van een gouden penning. |
7. | In tweeduizend veertien en vervolgens om de vijftien jaar komt het recht van voordracht aan de Commissie voor taalen letterkunde toe, in tweeduizend vier en vervolgens om de vijftien jaar aan de Commissie voor geschied- en oudheidkunde,
|
| |
| |
|
in tweeduizend negen en vervolgens om de vijftien jaar aan de Commissie voor schone letteren. |
| |
Artikel 49
1. | Het beschikbare bedrag uit de rente van het door schenking ontstane en afzonderlijk beheerde Fonds voor de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs wordt elk jaar uitgekeerd als prijs van aanmoediging voor de schone letteren, tot een maximum bedrag van vierhonderd vijftig euro (€450,00), vergezeld van een penning. Het bestuur is bevoegd aan bovengenoemd bedrag een toevoeging te doen uit de opbrengst van het door schenking De Haan ontstane ‘Algemeen Prijzenfonds’, van welke toevoeging de grootte jaar voor jaar door het bestuur wordt vastgesteld, zodanig dat de prijs zo mogelijk ten minste zesduizend euro (€6.000,00) zal bedragen. |
2. | Deze prijs kan slechts worden toegekend aan dichters of schrijvers van letterkundig proza in het Nederlands of Afrikaans die niet langer dan twee jaar vóór de dagtekening der voordracht enig werk in afzonderlijke uitgave hebben doen verschijnen. |
3. | De Commissie voor schone letteren doet vóór één maart aan het bestuur een met redenen omklede voordracht tot toekenning van de prijs. |
4. | Het bestuur kent de prijs toe. Het is bevoegd de toekenning te weigeren, doch niet, voor een door de Commissie voorgedragene een ander in de plaats te stellen. |
5. | Blijft de Commissie in gebreke haar voordracht vóór één maart in te dienen, of raadt zij de prijs niet toe te kennen, dan heeft geen toekenning plaats. Indien geen prijs wordt toegekend, wordt het beschikbare bedrag bij het fonds gevoegd. |
6. | De Commissie is niet bevoegd verdeling van de prijs voor te stellen. |
| |
Artikel 50
1. | De toekenning van de Dr. Wijnaendts Francken-prijs geschiedt volgens het reglement als vermeld in artikel 9 van de voor de Wijnaendts Francken Stichting geldende bepalingen, die zijn vervat in de akte van oprichting verleden voor notaris A.D. Vijgh te Leiden op elf april negentienhonderd vijfendertig, of volgens het eventueel later gewijzigde reglement. De toekenning geschiedt thans volgens het reglement zoals vastgesteld in
|
| |
| |
|
de jaarvergadering van vierentwintig mei tweeduizend drie (zie bijlage II). |
2. | De toekenning van de Henriette Roland Holst-prijs geschiedt volgens het reglement zoals vastgesteld in de jaarvergadering van vierentwintig mei tweeduizend drie (zie bijlage III). |
3. | De toekenning van de Henriëtte de Beaufort-prijs geschiedt volgens het reglement zoals vastgesteld in de jaarvergadering van vierentwintig mei tweeduizend drie (zie bijlage IV). |
4. | De toekenning van de Kruyskamp-prijs geschiedt volgens het reglement zoals vastgesteld in de jaarvergadering van vierentwintig mei tweeduizend drie (zie bijlage V). |
|
|