| |
| |
Artikel 17
De zorg voor de eigendommen der Maatschappij en het beheer daarover is aan het bestuur opgedragen.
| |
Artikel 18
Het bestuur vertegenwoordigt de Maatschappij zowel in als buiten rechte. Het is bevoegd in naam der Maatschappij te handelen, haar aan derden en derden aan haar te verbinden, behoudens het bepaalde in artikel 19. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de Maatschappij komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.
| |
Artikel 19
Het bestuur heeft een machtiging nodig van de jaarvergadering voor elk der volgende handelingen:
1. | het aangaan van geldleningen; |
2. | het kopen, verkopen, verhuren, ruilen, bezwaren en vervreemden van onroerende goederen; |
3. | het vervreemden van roerende goederen tot de verzamelingen van de Maatschappij behorende; |
4. | het als huurder sluiten van huurovereenkomsten voor meer dan vijf jaar; |
5. | het aanvaarden van de gelegenheid tot het toekennen van prijzen. |
| |
Artikel 20
Het bestuur beslist over alles wat niet duidelijk bij de Wet aan enig ander orgaan is opgedragen.
| |
Artikel 21
1. | Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste negen leden. |
2. | In het bestuur zijn de schone letteren, de Nederlandse taal- |
| |
| |
| en letterkunde en de Nederlandse geschied- en oudheidkunde zoveel mogelijk gelijkelijk vertegenwoordigd. |
3. | Indien elders in het Nederlandse taalgebied dan te Leiden Afdelingen zijn gevormd, kan van elke Afdeling een afgevaardigde aan de bestuursvergaderingen deelnemen; deze heeft daar een adviserende stem. |
| |
Artikel 22
1. | De leden van het bestuur worden gekozen door de jaarvergadering uit een dubbeltal, voor te dragen door het bestuur. |
2. | Op de werkvergadering aan de jaarvergadering voorafgaande kunnen door de leden schriftelijk kandidaten worden voorgesteld voor bestuursvacatures of aanstaande vacatures. Zulk een voorstel moet door ten minste tien leden zijn ondertekend. |
3. | Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering van leden worden ontslagen onder opgave van reden. |
| |
Artikel 23
1. | De leden van het bestuur treden af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster. Dit rooster moet zo zijn ingericht, dat de zittingsperiode van ieder bestuurslid vier jaar omvat. |
2. | Afgetreden bestuursleden zijn na een jaar herkiesbaar. |
3. | In afwijking van het in lid 2 bepaalde zijn bestuursleden die bij hun aftreden de functie van secretaris, penningmeester of bibliothecaris bekleden, onmiddellijk herkiesbaar. |
| |
Artikel 24
De jaarvergadering kiest jaarlijks een voorzitter uit de leden van het bestuur.
| |
Artikel 25
1. | Na elke jaarvergadering wijst het bestuur uit zijn midden de leden aan die in het komende maatschappelijk jaar de functies van ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en bibliothecaris zullen vervullen. |
2. | De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid. |
3. | Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Zij kunnen zich incidenteel laten vervangen door de ondervoorzitter, de penningmeester of de bibliothecaris. |
| |
| |
| |
Artikel 26
1. | De functie van voorzitter is niet verenigbaar met die van secretaris, penningmeester of bibliothecaris. |
2. | Alleen het secretariaat en het penningmeesterschap of het secretariaat en het bibliothecariaat kunnen door hetzelfde lid worden vervuld. |
| |
Artikel 27
1. | In elke tussentijds openvallende plaats in het bestuur voorziet de eerstvolgende werkvergadering tijdelijk, tot aan de jaarvergadering. |
2. | Zij die door de jaarvergadering ter vervulling van tussentijds openvallende plaatsen zijn gekozen, nemen op het rooster de plaats in van degenen die zij vervangen. |
3. | Een niet voltallig bestuur blijft bestuursbevoegd. |
| |
Artikel 28
Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of dit door ten minste twee bestuursleden schriftelijk - met opgave van de te behandelen punten - van de voorzitter verlangd wordt.
| |
Artikel 29
1. | De secretaris houdt de notulen bij van het in elke vergadering verhandelde. Hij zendt deze vóór de volgende vergadering rond of leest ze ter vergadering voor, waarna zij, na te zijn goedgekeurd, door de voorzitter worden ondertekend. |
2. | Hij brengt voor de jaarvergadering een verslag in gereedheid, vermeldende de staat der Maatschappij en haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het verlopen jaar, en onderwerpt dit aan de goedkeuring van het bestuur. |
3. | Hij brengt de ingekomen stukken ter tafel op de eerstvolgende bestuursvergadering. |
4. | Hij voert namens het bestuur de briefwisseling. Indien nodig pleegt hij terzake overleg met de voorzitter. |
5. | Hij brengt de zuivere kosten van zijn bureau aan het einde van elk kwartaal in rekening. |
6. | Hij bewaart de tot het archief der Maatschappij te rekenen stukken gedurende zes jaar, waarna hij ze overdraagt aan de bibliothecaris. |
| |
| |
| |
Artikel 30
1. | De penningmeester is belast met het beheer der gelden. |
2. | Hij vordert de bijdragen der leden jaarlijks vóór één november in en ontvangt de andere inkomsten. |
3. | Hij bewaart de kas en is verantwoordelijk voor de gelden of geldswaardige papieren, onder hem berustende. |
4. | Hij dient vóór de jaarvergadering tijdig de begroting voor het volgende kalenderjaar in, die in die jaarvergadering wordt vastgesteld. |
5. | Hij doet opgaaf aan de bibliothecaris van de gelden die voor de boekerij beschikbaar worden gesteld. |
6. | Hij voldoet de geldelijke verplichtingen van de Maatschappij. |
7. | Hij pleegt overleg met de Commissie van advies voor de financiën (Huishoudelijk reglement van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, artikel 4 lid 1) over geldhandelingen die een bedrag van zevenduizend vijfhonderd euro (€7.500,00) te boven gaan. |
8. | Hij brengt de zuivere kosten van zijn bureau aan het einde van elk kwartaal in rekening. |
9. | Hij stelt jaarlijks zijn rekening en verantwoording in handen van een commissie, bestaande uit een bestuurslid, door het bestuur aangewezen, en een gewoon lid, in een door het bestuur uitgeschreven werkvergadering benoemd. Deze commissie doet daarover verslag aan de jaarvergadering. |
| |
Artikel 31
1. | De bibliothecaris is belast met het beheer en het onderhoud van de bibliotheek en van het aan hem overgedragen archief van de Maatschappij. |
2. | Wanneer het verwerven van een boek, handschrift of verzameling een uitgave van meer dan tien procent van het voor de aankoop van boeken op de begroting uitgetrokken bedrag vereist, moet de bibliothecaris vooraf de toestemming der Commissie voor de bibliotheek (artikel 45 lid 2) daartoe verkrijgen. |
3. | Hij ziet erop toe dat de aanwinsten met het stempel der Maatschappij gestempeld en in het journaal ingeschreven worden. |
| |
Artikel 32
1. | De bibliothecaris brengt voor de jaarvergadering een verslag
|
| |
| |
|
in gereedheid omtrent de aan zijn zorg toevertrouwde verzamelingen en onderwerpt dit aan de goedkeuring van het bestuur. |
2. | Hij brengt de zuivere kosten van zijn bureau aan het einde van elk kwartaal in rekening. |
|
|