De regeling van en het toezicht op de uitgave van het jaarboek vanwege de Maatschappij berusten bij de Commissie voor het jaarboek.
2.
De Commissie voor het jaarboek bestaat uit zes leden, te benoemen door het bestuur, en wel bij voorkeur te kiezen uit vertegenwoordigers van de drie werkterreinen van de Maatschappij bedoeld in artikel 1.
3.
De leden worden benoemd voor de tijd van vier jaar. Zij kunnen onmiddellijk worden herbenoemd.
Artikel 50
1.
Geschriften over onderwerpen tot het gebied der Maatschappij behorende, kunnen haar ter uitgave worden aangeboden, ook door hen die geen leden der Maatschappij zijn.
2.
Het bestuur beoordeelt die geschriften of laat deze beoordelen door een daartoe door het bestuur in het leven geroepen Commissie. Deze Commissie moet daarbij het advies inwinnen van minstens één der drie vaste Commissies genoemd in artikel 45 lid 1. De Commissie legt haar oordeel, met de overwegingen, neer in een verslag aan het bestuur.
3.
Het bestuur beslist met inachtneming van het ingekomen verslag over de uitgave.
Artikel 51
1.
De Maatschappij kan geldelijke ondersteuning verlenen voor de uitgave, door andere genootschappen of door bijzondere personen buiten toedoen der Maatschappij ondernomen, van belangrijke geschriften op het gebied van de schone letteren, de Nederlandse taal- en letterkunde of geschied- en oudheidkunde.
2.
Het bestuur beoordeelt de daartoe strekkende aanvrage of stelt deze in handen van minstens één der vaste Commissies, genoemd in artikel 45 lid 1, om daarover verslag uit te brengen aan het bestuur.
3.
Het bestuur beslist met inachtneming van het ingekomen verslag over de geldelijke ondersteuning.
Artikel 52
1.
Aan de vaste Commissie voor taal- en letterkunde is het toezicht opgedragen op het vanwege de Maatschappij uitgegeven Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
2.
Zij benoemt hiertoe een redactie, die deels uit leden van de Commissie voor Taal- en Letterkunde moet bestaan.
[pagina 10]
[p. 10]
Artikel 53
1.
In elk maatschappelijk jaar geeft de Maatschappij een jaarboek uit, dat bestaat uit een officieel en een redactioneel gedeelte.
2.
Het officiële gedeelte, geredigeerd door de secretaris, bevat de verslagen der vergaderingen, de verslagen van de penningmeester en de bibliothecaris en de verslagen der Commissies.
3.
Het redactionele gedeelte bevat de levensberichten der gestorven leden met een lijst van hun voornaamste publicaties; voorts zo mogelijk de voordrachten op de jaarvergadering gehouden en zo mogelijk bijdragen op een der werkterreinen der Maatschappij, speciaal voor het jaarboek geschreven. Dit gedeelte wordt geredigeerd door de Commissie voor het jaarboek.
4.
Aan de Commissie voor het jaarboek wordt door het bestuur een bedrag ter beschikking gesteld voor de uitgave van het jaarboek, welk bedrag zij niet mag overschrijden, zonder daartoe door het bestuur uitdrukkelijk te zijn gemachtigd.
5.
Op gezette tijden geeft de Maatschappij een lijst van leden en begunstigers uit. De redactie hiervan berust bij de secretaris.
Artikel 54
De catalogus van de bibliotheek en de aanwinsten worden onder toezicht van de bibliothecaris openbaar toegankelijk gemaakt.
Artikel 55
Alle geschriften die vanwege de Maatschappij worden uitgegeven, volgens haar opdracht of onder haar rechtstreekse medewerking, voeren op het titelblad: ‘Uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden’.
Artikel 56
1.
Ieder lid en iedere begunstiger ontvangt het jaarboek bij verschijnen.
2.
De overige vanwege de Maatschappij uitgegeven geschriften zijn voor de ereleden en de begunstigers gratis en voor de leden tegen een door het bestuur te bepalen verminderde prijs verkrijgbaar, tenzij de jaarvergadering, op voorstel van het bestuur, hieromtrent anders beslist.
3.
Ten aanzien van geschriften met geldelijke ondersteuning van de Maatschappij uitgegeven, hebben de leden en de begunstigers geen bijzondere rechten.