heeft, geraakt daar door van de moeite bevrydt, om afschriften te maken. Zoo ver een of meer dezer liederen mogt afgeschreven en in andere handen geraakt zyn, ziet men nu wat en hoe 't voor echt gehouden worde; voorts is niets aangaande de broederschap dan by dezelve bekend; over 't rym en rymeloos spreken wy niet; dit betreft den smaak, die daarin onderscheiden is. Omtrent liederen in 't gemeen, merken wy ondertusschen aan, dat zy dit by alle geschriften, van welk eenen aart ook, voor uit hebben, dat ze telkens herhaald worden, en wel by veelerlei soort van menschen; dus best beloonende de moeite der te samenstelling, ze zy dan groot of klein. Zoo zongen Barden geschiedenis. In naarvolging der oudste en geachtste schryveren, vermyden wy, zoo veel mooglyk en gevoeglyk is,