De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen


Baggus lof Vois: Gavoise 1. Lang moet u luyster groeijen Ga naar voetnoot+ Milde Baggus, bly gemoed, Lang moet uwe wijnstok bloeijen Daar gy 't edel druyven bloed
[pagina 157]
Soo welsmakend uit doet groeijen Dat het yders wensch voldoet. 2. Lang moet yder u beminnen Als verdryver van de smert, Als verheuger van de sinnen, Als verkwikker van het hert. Altoos moet uw roem beginnen Die noyt regt volpresen wert. 3. Want wie kan uw waarde gaven Immer roemen soo 't behoord - Die soo vele borsten laven - Die uw schoonheyd meer bekoord Als de laffe minne slaven 't Schoon dat haar hert doorboord. Ga naar voetnoot+ 4. Niets gaat uwe lof te boven, Nimmer oude Evoë, Niets moet uwe luyster doven. Ag, verhoord slegts dese bee: Wild ons noit u stam ontroven Die ons vryd' van harte wee; 5. Op dat wy u roem verbreiden Dat het yder klinkt in 't oor En ons met uw stoet verblyden, Ja, steeds volgen op uw spoor. Wel, wy sullen ons bereiden En gaan met dit glaasje voor.	voetnoot+ Met verwacht metri causa: uwe. voetnoot+ Men verwacht metri causa haar het hert.