De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen
(2012)–Anoniem Vrolyke zang-godin, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
2.
H.: ‘En ik ben gekomen
Voor 't rysen der Son
Om 't aangenaam stromen
Van dees koele Bron
En 't dertele springen
Der vogels, wiens vreugt
En aangenaam singen
Mijne geest verheugd,
3.
Terwyl mijne schapen
Gints weiden, in 't dal,
Tot een mijner knapen
My hier vinden sal
Om haar Ga naar voetnoot+ , langs dees heiden,
By 't gintse geboomt,
Aan 't beekje te leiden
Dat daar nevens stroomt.’
4.
J.: ‘Ag, schoonste der maagden
Wiens vrolyk gelaat
My altoos behaagden
Als de dageraad:
Kiesd voor uwe schapen
Myne rykdom en goed,
Verwisseld uw knapen
Voor een grootscher stoet.’
| |
[pagina 95]
| |
5.
H.: ‘Wat sou het my baten
Dat ik mijne stal
En vee sou verlaten
Om een los geval
Dat u my doet leren,
Wiens hevige gloed
Ligt haast sou verkeren Ga naar voetnoot+
Als die was geboet.
6.
Ook heb ik verkoren
Een herder, wiens deugd,
Schoon laag geboren,
Uytblinkt in sijn jeugd.
Een herder in leven,
Een roem van sijn tyd,
Heb ik reeds gegeven
Daar gy my om vlyd.
7.
Ook sou u niet voegen
Een maagd van mijn staat,
Die sig kan genoegen
En de grootsheyd haat.
Des volgd my niet verder
Nog voed uwe brand:
Ik heb aan mijn herder
Mijne min verpand.’
|