Het vrolyk Keesje in de verdrukking(1789)–Anoniem Vrolyk Keesje in de verdrukking, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina D6r] [p. D6r] Lof der eendragt. Wys: Hoe zoef is 'f daar de Vriendschap woont. Hoe zoet is 't waar men d'Eendragt vind, By 't Vrye Bato's Kroost, Die zich noch aan elkaar verbind, In deze tyd, tot troost, Waar Vriendenmin gat hand aan hand, Met liefde voor het Vaderland, Voor 't Land, voor 't Land, voor 't Land. Daar smelt belang en 't zoetst vermaalt, In 't zellde hart, in een; Het grootst belang van Neêrlands Staat, Het heil van 't algemeen; En 't geen ons 't hoogst geluk bereid, De wellust der gezelligheid, Vol vreugd, enz. [pagina D6v] [p. D6v] Waar Tweedragt zich niet onder vind, Spreekt men een Vryheids - woord; Die zich aan 't Vaderland verbind, En die steeds word gestoord, Herhaalt by d' ed'le Eendragtsband, Dat noch de liefd' voor 't Vaderland, Houd stand, enz. Dat doch de vuige Twee party, Voor eeuwig, Vryheids - drom, Uit onze Ziel gebannen zy, Zy keert de Staaten om; Maar d' Eendragt geeft ons moed en kragt, Daar Tweedragt alles t' onderbragt, Steeds zy veragt, veragt. Achl zo we eens zagen dat dat heil Viel 't Vaderland te beurt, Gewis, de vreugd ging boven peil, Daar elk nu zit en treurt; Wyl Heerschzugt heeft den overhand, En Vree en Vryheld is gehand, Uit 't lieve Vaderland. Vorige Volgende