De vrolyke prinsman, zingende allerhande nieuwe liederen
(1788)–Anoniem Vrolyke prinsman, zingende allerhande nieuwe liederen, De– Auteursrechtvrij
[pagina 85]
| |
En weest verblyd / bis
Dat onze lieve Prins /
Is door des Heeren gunst /
Getreeden op zijn Troon /
Met blyde toon.
2.
Sofia zijn Princes /
Wierd als een Landgodes;
Al binnen Schravenhaeg /
Onthaelt zeer graeg /
Het Volk was verblijd /
Riepen met vollen vlijd /
Lang leefd ons lieven Prins;
Het is den Heer zijn gunst.
3.
Het Volk riep hoeze /
Ook Vrouw en Kinders mee;
En waer verheugd / bis.
Zelfs het Pluimgediert /
Dat op de Boomen zwiert;
Zongen met luider keel /
Met zoet gestreel.
4.
Al wat op Aerde leeft /
En in den Hemel zweeft /
Is nu verblijd / bis.
Zelfs de Nagtegael /
Die met zijn zoete tael
Ook mee die blydschap viert
Met al zijn pluimgediert.
| |
[pagina 86]
| |
5.
Op Dorpen en Stee
Ziet men de blydschap mee /
Een ieder ilmeneerd / bis.
Men ziet de Bogaerds staen
Met veelerleye blaen /
Een ieder is verblyd
In deeze tijd.
6.
Het heugt my nog die dag
Dat ik zijn Hoogheid zag /
Hoe dat hy wierd onthaeld /
En hoe zijn glorie praeld;
Het volk was verheugd /
En riepen met geneugt /
Lang leeft zijn Hoogheid dan /
En de Oranje-stam.
7.
Ik wensch hem veel jaer /
Dat hy zonder gevaer /
Mag leeven naer zijn zin /
Met zyne Gemaelin;
Lang leeft de waerde Pruys /
Dat hy weder te huis
Mag komen / Potsdam in /
By zijn Koningin.
|
|