De vrolyke prinsman, zingende allerhande nieuwe liederen
(1788)–Anoniem Vrolyke prinsman, zingende allerhande nieuwe liederen, De– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
2.
Die de Eendragt wel beminnen,
Moet hier van Oranje Zingen,
Lang leeft de Prins, elk blyft getrouw
Aan het Edel Huis Nassouw.
3.
Moet men dan geen vreugd bewyzen,
Nu men de Eendragt ziet herryzen,
Lang leeft den Koning van Pruysen goet,
Die nog hegt aan Nassauws bloet.
4.
Wie zou nu niet vrolyk zingen,
't Komt van zelfs de borst uit dringen,
Lang leeft onze Princes in vreê,
Tot Welstant van Kerk en Steê.
5.
Komt nu Trommels ende Fluyten,
Wilt ook mee de Vreugde uyten,
Ja, lang leeve den Spruyten zaam,
In de grootsten Konings Naam.
6.
Wilt ook voor geen Vyand vreezen,
Maar triumf den winnaar geeven,
Lang leeft den Hertog, Pruysens Held,
Die de Unie weer hersteld.
7.
Wat wiert ons een vreugd geschonken,
Toen de Oranje Vlag kwam pronken,
Lang leeft de Regeering zaam,
Die voor Stadsbestier pal staan.
8.
Een yder die de Vreê wil winnen
Zal ons Amstelstadt beminnen,
Lang bloeit den Koophandel sterk,
Tot Welstant van Land en Kerk.
9.
Op de woeste en wilde Baaren,
Zal men nu met vreugde Vaaren,
| |
[pagina 39]
| |
Lang zo bloeit den Zeevaart hier,
Met een goed en wys bestier.
10.
Kom nu braaven Prinsgezinden,
Van Wilhelmus waardste Vrinden,
Lang zo leeve den Baazen zaam,
Dat de Scheeps Boukunst bestaan.
11.
Komt ook braave Prinsgezinden,
Die 't Oranje Huis beminden,
Lang zoo leeve de Byltjes vry,
Tot Welstant van 't Scheepryk Y.
12.
Hoort nu naar geen laster Zotten,
Die het Oranje volk bespotten,
Lang zo leeve de Boorders dan,
Ja voor die Oranje Stam.
13.
Nu zal ik myn Lied besluyten,
Met Walthoorns Klaarnet en Fluyten,
En zoo roepen uit de borst,
Lang leeft ons Oranje-Vorst.
|
|