De vrolyke schoorsteenveeger(1791)–Anoniem Vrolyke schoorsteenveeger, De– AuteursrechtvrijZingende onder het vegen, de allernieuwste liederen, die hedendaegs gezongen worden Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Een Nieuw Minnaars Lied. 1. Vaart eeuwig wel ondankbare Maagd, Die ik steeds bemin en moet ontvlugten, Gy die my met u bruin oogjes plaagt, Stooksters van myn verliefde zinnen, Vaart eeuwig wel ontfangt van my die zugt Maar als ik u verlies myn uitverkooren, Filis ik min, Filis ik vlugt. Om dat gy my hebt de dood geswooren, Om dat gy my hebt de dood geswooren, 2. Als ik herdenk aan uwe roodermond, En aan die blikjes van u schoon oogen, Dan zoo werd myn hert op nieuw gezond, Als ik eens herdenk u zoet vermoogen, Vaart Eeuwig wel ontfangt van my die zugt Maar als ik u verlies myn uitverkooren, Filis ik min, Filis ik vlugt. Om dat gy my hebt de dood geswooren. 3. Als ik dan schier verkleumt van de kouw Herdenk eens aan de zoete minne vlage, Dan zoo zult gy myn overschoon jonkvrouw [pagina 66] [p. 66] Over myn standvaste min u beklaagen, Vaart eeuwig wel ontfangt van my die zugt Maar als ik u verlies myn uitverkooren, Filis ik min, Filis ik vlugt. Om dat gy my hebt de dood gezwooren. 4. Gaat weg Coridon ik haat uwe min, Want morgen begint gy weer een ander Gy zyt veel te los en wulps van zin, Gaat vry met u slenters op een ander; Want een die een vreemden akker beploegt Verban ik gestadig uit myn zinnen: Ik leef in vree en vergenoegt: Een trouwer hart moet my beminnen. Vorige Volgende