De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 168. Wie is toch vry? Een wyze; een, die zich zelv' gebiedt; Die voor geen armoe vreest; geen boei of dood ontziet; Die, altyd vergenoegd, naar geene Staatzugt luistert, Maar zyn begeerlykheên en driften dwingt en kluistert; Die rond is en beschaafd, en dus geen aanstoot lydt, En wien het los geval steeds vruchteloos bestrydt. Vorige Volgende