De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 235. De Hoveling. Hans is aan 't Hof, en roemt op 's Konings gunst, en zegt, Al wat ik vraag wordt door den Vorst my toegelegd. Reinier, een Wysgeer, geeft ten antwoord op dit roemen, 'k Zou u eerst regt gelukkig noemen, Wanneer gy juist genoeg bezat, En van den goeden Vorst geen gunst te vragen hadt. Vorige Volgende