De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 187. Zwakheid van Gezigt. Mathys, een verwers Knegt, was voor 't Geregt gekomen, Waar hem, in volle plegtigheid, Dewyl hy was verklaagd door zekre zwangre meid, Een eed zou worden afgenomen. Hy stak op 't oogenblik, waarin hy zweeren zou, Twee zwarte handen uit de mouw. De Schout riep: handschoen uit: dit vordren onze wetten. Thys zei, myn Heer, gelief uw Bril maar op te zetten. Vorige Volgende