De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 182. Op 't sterven van een ouder' Broeder. Jan heeft zyn' Broêr naar 't graf gebragt. Ik weet niet of hy schreit of lacht: Althans ik heb hem hooren zeggen, Hy legt wel, die zoo warm mag leggen. En somtyds ook, met goed berigt; 'k Ben aan dien Vrind al veel verpligt, Meer zelfs dan aan myn Vaartje en Moertje, Zy maakten my het jongste Broertje. Broer is in 't onderspit geraakt, En heeft my oudsten Broêr gemaakt. Vorige Volgende