De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 164. Westfaalsche domheid. Westfaalsche Jan werd door zyn maat Verzogt om van beneên een kanne biers te halen: Hy gaf ten antwoord; kameraad, 'k Zou zulk een' dienst te duur betalen. De zeilen zyn al klaar; men kiest zoo daadlyk zee, En als men by geval de reis had aangenomen, Eer ik weer boven was gekomen, Waar bleef ik dan alleen? hoor broerlief ik wil meê. Vorige Volgende