De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 369. De snedige Bedelaar. Ik noemde een Bedelaar brooddronken op de Straat. Heer, zei hy, met dien naam verdien ik niet te pronken: Hy past my waarlyk niet in myn' berooiden staat, Want ik heb brood gebrek: dus ben ik niet brooddronken. Vorige Volgende