De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 333. De Kreupele. Louw was zyn been aan stukken, Dus liep hy op twee krukken, Van d' eene in d' andre kroeg. My dagt, het was wat vroeg, Ik zei, wel goede Louwtje! Hoe smaakt dat aan uw Vrouwtje? Hy antwoordt op myn vraag, 'k Weet niet wat haar behaag'; 'k Doe 't op myn eigen houtje. Vorige Volgende