De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] 271. Welmeenende Raad. Neel zag ten Venster uit twee sterk verliefde gekken Voor eerst het wambes uit, en toen den degen trekken, En naar zy merken kon werd hier een tweegevegt, Om haar bekoorlykheid en nog iets, aangeregt. Ei riep ze, beste maats, wordt tog ten eersten wyzer, Het loon, dat gy begeert, hangt noch aan staal noch yzer: Daar hoort goed Zilver toe en Goud naar advenant. Die my het meeste geest, verwint my: daar 's myn hand. Vorige Volgende