De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] 147. Zelfkennis. Staat ons dan nimmermeer iets groots van u te wagten? Dus vraagt gy, Mariaan; maar ik, ik weeg myn kragten. Die klein van ligchaam is, klein van vernuft en moed, Doet, meen ik, wel dat hy geen groote daden doet. Vorige Volgende