De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 125. De Rykeman. In 't sinalen op het graauw zyt gy geweldig mild. Maar, Brutus, laat ons zien of gy van 't graauw verschils. Het graauw is letterloos: gy hebt 'er geen gegeten. Het graauw verwaarloost eer: gy eer en rein geweten. Het graauw is wankelbaar: gy dobbert als de vloed. 't Graauw agt den man naar 't kleed: gy 't hoofd naar kap of hoed. Het graauw heeft tegenzin in alle fraaye geesten: Gy viert en vordert ook niet dan fluweelen beesten. Het graauw houdt meer van ryk dan van geleerd of wys: De wysheid zonder geld verdient by u geen' prys. Waarin zoudt gy dan toch van 't graauw verschillen konnen! Voorwaar gy zweemt naar 't graauw, schoon ge in een jaar veel tonnen, (Verstaa hier tonnen gouds) verhandelt, wint en waagt, En voor een graauwe py een' fulpen mantel draagt. Vorige Volgende