De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 116. De bedaagde Vryster. Hoe dik uw beurs ook zwell', hoe mild uwe akkers dragen, De minnaars zien u aan, en volgen u niet zeer; Maar hadt ge twintig min, of twintig jaren meer, Gy vondt 'er, Tullia, die 't met u zouden wagen. Hoe laat het t' uwent is, het is hun nog te vroeg: Deez' zyt gy reeds al te oud, en dien niet oud genoeg. Vorige Volgende