Het vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2(1780)–Anoniem Vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Zang. Over de Dood van Filis. Wys: Tranquille Coeur. SChrey Oogjes Schry, besproei al 't Land, En geurige Bloempjes met uw traanen; Myn Hart van Droefheid overmand, Wil zig geen weg tot troost meer baanen: Nu Filis al myn lust: die my den Hemel gaf, Gedaald is in het Graf. 2. 't Zal my niet meer ô Hemel goôn! Gebeuren om haar Mond te Kussen; Te aanschouwen al het goodlyk schoon, Van Filis die myn Brand wou blussen, Zy is ô wreed verdriet! ô Nootlot al te straff? Gedaald in 't Duister graf. [pagina 44] [p. 44] 3. Vaar Eeuwig wel myn wollig vee! Gy moet in vreemde weiden swerven, Myn Filis neemt myn blydschap mee, Haar dood doet ook uw Herder sterven? Vaar wel, ô Dartel vee! getuig steets van myn druk, En droevig ongeluk. 4. Ik zal zo lang de Hemelgoon! Myn booze levensdraad zal rekken, Om Filis liefde en al haar schoon, Een wachter op haar Graf verstrekken; Myn tranen offren aan haar Lichaam tot ik sterf, Een zelfden lot verwerf. 5. Maar 't is vergeefs het graf besproeid Het woud vervuld met hooploos weenen, Myn droeve Ziel van Rouw vermoeid, Wil zig met Filis Ziel vereenen; Die reets op wolken zweeft, verheugd ten ryen gaat, In Eedler dageraad. Vorige Volgende