Het vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2(1780)–Anoniem Vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Zang aan Damon. Wys: Ach Fillis Lief. 1. KOm Damon kom, Myn Bruidegom! Kom by my in dees streeken. Weest wel gemoed, Ik weet uw gloed, Myn Straffheid is geweeken. 2. Laat Rosalyn, Uw Minnepyn, Verzagten met veel kusjes: Smaak wel te vreên, De Zaligheên! Der Dart'le Minnelusjes. 3. Geen nyd sal meer, Gelyk wel-eer, Ons Brouwen wreede smarten; Maar zuivre min, Een Ziel, een Zin, Vereenen onse harten. [pagina 9] [p. 9] 4. Kom Damon kom, Myn Bruydegom! Voldoe nu uw verlangen; Wil in dese laan, Op Roose Blaân, Myn grootste gunst ontfangen. 5. ô Windje zoet! ô Zonne gloet! Hier wenschte ik bly te rusten; Maar met myn Vrind, Die my bemind, In kuische Minnelusten. 6. ô Beekje! dat Uw koelend Nat Doet Dartlend Landwaarts stromen: Het Gras besproeid, En ruischend vloeid, Wanneer zal Damon komen? 7. ô Herders Zoon! Ik heb een Kroon Voor U, van roode Roosen, Van Violet, Zo schoon en net, Doormengd met tydeloosen. [pagina 10] [p. 10] 8. 'k Heb Wellust zoet, In overvloed, Met Duizende van Kusjes, Gy kund vol brand, Op 't eensaam Land Voldoen uw Minnelusjes. Vorige Volgende