De vrolyke zeeman, verheugd over de vrye zeevaart
(1803)–Anoniem Vrolyke zeeman, verheugd over de vrye zeevaart, De– Auteursrechtvrij
[pagina 27]
| |
Wy keeren terug en brengen mee,
Die van ons lang gewenste Vreê.
2.
Wy trokken als braave oorlogsknegten,
Al voor de vryheid in het Veld,
Het eerste woord was dood of vegten,
De zinspreuk een bataafsche held,
Wy vogten met een frisse moed,
En waagden voor het Vaderland ons bloed.
3.
Met veel gevaar en veel Marscheeren,
Kwamen wy tog in Duitscland aan,
Weisburgs vesting wou zig weeren,
Maar het was haast met hun gedaan,
Want het bataafsche bom en kanon,
Gaave wy haar de wellekom.
4.
Wy hadden de Vesting ras beschoten,
Zy boode ons trouwe wederstand,
Veel braave helde ter neer geschoten,
Ten dienst voor 't lieve Vaderland,
Maar den eenenderdigste dag,
Het Fort in onze handen zag.
5.
Toen zag men ons wapen triompheren,
En het accoord wierd aangegaan,
Dat zy in volle krygsmans eeren,
Het Fort moeten verlaaten gaan,
Na haar Armée frank en vry,
Bataaven! haat de slaverny.
6.
Tot Zwynfort zag men nieuwe blyken,
Van onze edele Heldenschaar,
Kyzerlyke armeê moest wyken,
Want onze jagers en Huzaar,
| |
[pagina 28]
| |
Vervolgde haar aan alle kant
Met Sabel en Pistool in de hant.
7.
Wy volgde haar al zonder schromen,
Maar hadde nog een slimmer dag,
Eer wy in bamberg zyn gekomen,
Het was voor ons een harde slag,
Maar het Bataafsche volk triumpheerd,
Met roem in haar Vaderland weerkeerd.
8.
Nu zal Hollands tuin weer groeyen,
Tot nut en best van 't algemeen,
Koopmanschap en Zeevaard bloeyen,
En lieve meisjes houd u tot Vreê,
Want wy Bataave zyn bereid,
Trekke altyd voor u ten streid.
|
|