De vrolyke Nederlander
(na 1813)–Anoniem Vrolyke Nederlander, De– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
Stem: Hoe zoet is ’t in de Lente te leven.1.
Wat hoor ik, wat zien ik? een heldere glorie!
Men juicht van rontomme met vreugde, victorie!
De Franschen die vlugten, beladen met schanden,
Terwijl men van verre hun forten ziet branden.
2.
Men ziet Amsterdam hier zeer schoon door verlichten.
Nooit zag men een schooner vuurwerk verrichten,
De Mannen en Vrouwen, de Jongmans en Magen,
Ziet men by deez’ gloed een Oranje strik dragen.
3.
Men roept thans met vreugde, Oranje is boven!
Dit mogen wy vrolyk met blydschap geloven,
Een ieder verblyd zich, verheft zyne zangen;
Ter eer van Prins WILLEM! ons grootste verlangen.
| |
[pagina 8]
| |
4.
Wy dansen en zingen, verheugen de zinnen;
En zullen blymoedig Oranje beminnen;
Oranje is boven! den Franschman verdreven;
Die al onze Kind’ren moorddadig deed sneven.
5.
Men ziet nu weldra onze bronnen ontsloten;
Waaruit ons geluk en bestaan is gesproten;
Oranje zal voor onze welvaaren steeds waken;
De ketens der heerschzugt in Neêrland los maken;
6.
Hy zal onze Vryheid met luister herstellen;
Op dat ons geen Dwingeland weder mag kwellen,
Zoo zal ons geluk met veel zegen vergroten;
En ook van ons Vrienden en ons Bondgenooten.
7.
Laat ons met hem zaam dan de wapens aangorden,
En scharen ons moedig in goede slagorden,
Zoo zal men veréenigd, den Franschman verneêren;
En hem wel zeer spoedig naar Frankryk doen keeren.
8.
Verbannen de monsters die in de stad Woerden,
| |
[pagina 9]
| |
De Burgers vermoorden, hun goederen wegvoerden;
Verdelg deez’ Rovers en snode Moordenaren,
Die Nederland storten in angst en gevaren.
9.
Verlossen de steden en onze Frontieren,
Dan keeren wy weder met Eer-Lauwerieren,
Dan zullen de Maagden ons dapperheid pryzen,
Ons allen vol liefde, hun gunste bewyzen.
|
|