De vrolyke trompetter(ca. 1810-1830)–Anoniem Vrolyke trompetter, De– AuteursrechtvrijBlazende op zyn trompet, de nieuwste liederen en aria's die hedendaags gezongen worden Vorige Volgende Een Nieuw Lied, Op de Incroyable Mode in Amsterdam. Wys: Ja die niet mal verlieve kan. 1. Ach Vriende blyft een weinig staan, En hoort hoe dat de Jongmans gaan, Die nu de mode vangen aan, Hoe dat zy gaan, Elk heeft zyn beste pakje aan, Zo gaat 't hier in Amsterdam, Maar in de Beurs vind men de man, Die mee doen wil en niet en kan, Die trekt alleen die schoen maar aan, Die niet en kan. [pagina 67] [p. 67] 2. Beziet maar eens haar ouwe hoed, De groene blaas maakt alles goed, Daar 't goude koord om weze moet, 't Staat alles goed, Een ketting met een sleutel in haar broek, Maar 't Orlogie dat is zoek, En gestreepte kouse na de trant, En spitse schoene figelant, En een dikke knuppel in haar hand, Zo gaan zy in ons land. 3. Zy draage 's zondags en alle daag, Een Rok of Vest met een zwartekraag, Zo ziet men ze loopen alle daag, Met haar mode plaag, En dan nog een gespanne broek, En om haar hals een dikke doek, Maar ook de Meisjes van ons land, Die drage Floddermusse met kant, 't Is alles na de nieuwste trant, Zoer figelant. 4. Een kort geplooit jakje met een smellerug daarin, Een lange Rok daar is geen voering in, Daar waait de wind al uit en in, Zo is haer zin, Dan een zwart hoedje met een pluym, Die 't niet en weet denkt de meid, Heeft 't ruym, Zo gaan zy in de Amstelstad, Gelint gestikt geen hembt aan 't gat, Zo kruyssen zy alle straaten plat, Door de heele stad. Vorige Volgende