Boedapest
Vervolg van pagina 9
stad zo in beweging komt is een gevolg van menselijk handelen. Dat slimme en oorspronkelijke geesten gedijen is dat tot op grote hoogte ook. Wie gelooft dat Boedapest omstreeks de eeuwwisseling een wonderbaarlijke cultuurstad was of net geworden was, heeft tot taak eerst zijn gelijk te halen en de culturele krachten van dat moment bloot te leggen. Dat de stad ten gevolge van die krachten verbouwd werd is een volgend hoofdstuk.
Dat John Lukacs niet zo'n heldere denker is die niet altijd even goed begrijpt op welke vraag de voorbeelden die hij verzamelde een antwoord geven, zie je ook aan zijn onhandige stijl. Hij goochelt driftig met haakjes, stelt parmantige vragen aan bronnen van een eeuw oud en wandelt gerust met zijn lezer aan de hand zijn eigen verhaal binnen. (‘Keren wij terug naar...’, ‘waarom zou die-en-die dat-en-dat voorbeeld gebruikt hebben...’) Dat is teleurstellend.
Wat overblijft is als een kapotte kaleidoskoop: losse kraaltjes, zonder het geslepen spiegeltje dat er van die merkwaardige figuurtjes van maakt. Wie naar de bijeengeveegde kraaltjes, naar de anekdotes en de data staat te kijken, weet zich niet lang geboeid. Hem rest een vreemde stad.
■
Onlangs is ook verschenen: Budapest, een gids voor de stad, geschreven door Kees Bakker (Uitgever Jan Mets, 168 p., f 29,50).