Lurija
Vervolg op pagina 8
dubbele ontkenningen (‘het is niet de gewoonte iets niet te doen’) en zinnen met veel ingebedde bijzinnen (‘die vent die daar achter staat te praten met de verpleegster die zo aardig is, liep gisteren...’).
Ik blijf alleen met een grote vraag zitten. Lurija beweert geen woord aan het dagboek van Zasetski veranderd te hebben. Maar Zasetski is afatisch en kan bovendien zijn eigen teksten nauwelijks teruglezen (schrijven doet hij ‘automatisch’, letter voor letter lukt niet, ook zo'n wonderlijk fenomeen dat je bij veel afasiepatiënten ziet). Nooit produceert hij meer dan enkele zinnen per dag. Hoe is het dan mogelijk dat hij zo'n coherent verhaal vertelt? Hoe is het mogelijk dat hij zo perfect formuleert? En dat hij er volgens de inleiding ‘dankzij zijn ongelooflijke doorzettingsvermogen en vasthoudendheid in geslaagd is in twintig jaar tijd drieduizend bladzijden te schrijven, om daar - en dat is het punt waar het om draait - orde in aan te brengen, een bepaalde volgorde, om zo zijn verloren gegane leven weer te hervinden en te reconstrueren, en de fragmenten te herscheppen tot een samenhangend en een zinvol geheel’? Iemand die niet in staat is zoiets simpels te onthouden als de opdracht even naar beneden te lopen om daar een paar augurken te halen, maar die dat later wel uitgebreid kan navertellen? Iemand die zo'n moeite heeft zelfs maar één gedachte lang genoeg vast te houden om er de bijbehorende woorden bij te vinden. Zo iemand ordent en overziet een dagboek van drieduizend pagina's? Het is een groot raadsel, en ik weet eerlijk niet of ik de oplossing ervan bij Lurija of bij Zasetski moet zoeken.
■