Afgeprijsd
Thomas Koebner en Gerhardt Pickerodt verzamelden een dertiental ‘Studien zum Exotismus’ in Die andere Welt (Van Gennep, 388 p., f 24,50). Over het verlangen naar onbekende streken in literatuur en denken. Topoi als ‘het exotische eiland’, ‘de edele wilde’, ‘de geheimen van de wildernis’, ‘het droomschip’ komen veelvuldig voor, verder wordt aandacht besteed aan de rol van het exotisme in de Verlichting (de verhouding ‘wilden en vrouwen’), chassidisme en het exotische en exotisme in film en tv. Fascinerende stukken, bijvoorbeeld over de wonderbaarlijke bekering van een van de vele monsters die op de rand van de aarde leven (uit de tijd dat onze planeet nog als platte schijf werd opgevat). De heilige Thomas reisde als enige apostel naar Ethiopië, het land dat volgens vroege Bijbeluitleggers werd bewoond door afstammelingen van Noachs goddeloze zoon Cham. Hij ontmoet er het monster Abominabilis, die een hondekop op zijn menselijke schouders draagt. Door inblazing van een engel Gods wordt deze ‘aardrandbewoner’ een trouw volgeling van Thomas, die hem als verkenner inschakelt. Uiteindelijk wordt Abominabilis gedoopt, krijgt hij de naam Christianus en bereikt de status van heilige. ‘Alleen de Byzantijnse kerk kon zich met diens hondekop verenigen,’ schrijft Alexander Perrig in zijn prettig ironisch geschreven stuk; ‘de westerse kerk gaf hem discreet een mensenhoofd, zodat hij aan alle kenmerken van “de edele wilde” voldeed.’
Eccentric Travellers volgt in zeer levendig proza zeven achttiende- en negentiende-eeuwse reizigers over witte plekken op de kaarten van het Verre Oosten en Guyana, maar ook in bekendere streken als IJsland, Groenland en Zuid-Spanje. Excentriek zijn de beschreven reizigers zeker, ook al is de toon van schrijver John Keay hier en daar enigszins koloniaal. Zo lijkt hij bijvoorbeeld niet erg ingenomen met de soms inderdaad bombastische persoonlijkheid van de linguïst en etnograaf Dr. Gotliev Leitner, vooral waar het diens omgang met koloniaal-politieke gevoeligheden betreft.
Leitner liet zich weinig gelegen liggen aan opvattingen en bedenkingen van Engelse autoriteiten in den vreemde, en reisde onbelemmerd door woelige gebieden als Kashmir, Tibet en Afghanistan. Daarbij wist hij bewonderenswaardig veel kennis te verzamelen omtrent taal en gebruiken van tot dan toe onbekende volkeren. Leitner had voor zijn dagen zeer moderne opvattingen over de verhouding taal en maatschappij: ‘Net als het vocabulaire een beeld vormt van de levensstijl van een volk, zo weerspiegelt de grammaticale structuur zijn denkproces.’ Leitners volstrekt impulsieve manier van reizen, met onverwachte omwegen en uitstapjes, lijkt hem vaak voor gevaren te hebben behoed: achter menige rotspunt moet de vijand vergeefs op hem hebben gewacht (Martyrium, 216 p., f 9,90).
In Everyday Life of Medieval Travellers volgde Marjorie Rowling het bonte volk dat in de Middeleeuwen langs de wegen zwierf: boodschappers, soldaten, vagebonden, artiesten, leraren, dokters, ambachtslieden, pelgrims en klerikalen van verscheiden rang en stand. Hoe reisde men, langs welke wegen, over welke bruggen, waar overnachtte men, in welke havens troffen zeevarenden welke toestanden aan? Veel citaten uit de Middeleeuwse literatuur (Martyrium, 192 p., f 17,50). Uit vele bronnen, en met schitterende illustraties geeft Rowling een helder beeld, waarbij de nadruk minder ligt op de geografisch-sociale omstandigheden dan op culturele gevolgen van het reizen. Zo beschrijft de auteur bijvoorbeeld hoe de met de kruistochten meetrekkende ambachtslieden na hun terugkeer orientaalse aspecten in hun bouwkunst opnamen. In 1212 leidde langs Franse wegen een wonderdoende herdersjongen, als een soort rattenvanger van Hameln, een heel leger leeftijdgenootjes naar de ondergang in wat sindsdien ‘de kinderkruistocht’ heet. Ook bij volwassenen leidde religie soms tot wonderbaarlijke optochten, bijvoorbeeld die der flagellanten, waarin met openbare zelftuchtiging werd geprobeerd plagen als de pest te bezweren, of - in de Nederlanden - manische dansgezelschappen onder het patronaat van St. Vitus.
‘Lijdenswerktuigen worden ook wel “wapenen van Christus” (Arma Christi) genoemd, omdat hij daarmede de verlossing of de overwinning op zonde en dood behaalde. Tot de lijdenswerktuigen behoren het kruis, de geselkolom, de spotmantel en de doornenkroon, de doek van Veronica, dobbelstenen, een ladder, hamer, nijptang en nagels. In de beeldende kunst worden zij als groep afgebeeld in de Gregoriusmis en op veel prentjes.’ Dit lemma is te vinden in het (beknopt) Katholiek Woordenboek, samengesteld door W.H.Th. Knippenberg en Frans Oudejans (Van Gennep, 191 p., f 12,90). De spelling van ‘daarmede’ in bovenaangehaald lemma doet vermoeden dat de auteurs zich tot het verzamelen hebben beperkt, aan de andere kant zijn werken als het (veel uitvoeriger) Beknopt Kerkelijk Handwoordenboek van M.C. Nieuwbarn O.P. (1910) moeilijk verkrijgbaar. Met dit handzame boekje kan de niet-katholieke lezer zich oriënteren op termen als ‘Ceroferarius’ (kaarsdrager), ‘Corporale’ (altaarkleed), ‘Gerfkamer’ (consistoriekamer), ‘Heilig Putje’ (wasmand in de sacristie) of ‘Lichtmis’ (mis op 2 februari). Meer naslagwerk biedt A History of Japanese Literature door Schuichi Kato (Martyrium, f 19,90 per deel). Helaas zijn alleen de delen 2 en 3 afgeprijsd, zodat slechts vanaf het begin van de zeventiende eeuw een overzicht wordt geboden van de Japanse schone letteren. Weinig citaten, zeer veel informatie. Uit de late zeventiende eeuw nam Kato een liefdesgedicht op, geschreven om te zingen bij muziek van de driesnarige ‘shamisen’:
Iwao Hoshii schreef een uitputtend overzicht van de sociaal-maatschappelijke en juridische problematiek rond de huwelijkse en buiten-huwelijkse gemeenschap in het vierdelige The World of Sex (Van Gennep, 1050 p., f 78,-, afzonderlijke delen à f 19,50). Een bewonderenswaardig standaardwerk, waarin seksuele gelijkwaardigheid, seks en huwelijk, verantwoord ouderschap, en seks in ethiek en het wetboek achtereenvolgens op zeer exacte wijze worden beschreven. Helaas bevat geen van de delen een register, maar de inhoudsopgave helpt de lezer op weg met aanduidingen als ‘Paus Johannes Paulus II over kuisheid’, ‘Malthusianisme’, ‘Homosexuele huwelijken’, ‘Lichaamsstraffen op school’, ‘Bevroren Embryo's’, ‘Pruisische wetten’, ‘De vrouw als bezit’, ‘Egocentrische keuze’, ‘Rationalisatie van ontrouw’ etc.
Intimate Matters. A History of Sexuality in America door John d'Emilio en Estella B. Freedman heeft eveneens aandacht voor de grote sociologische lijnen in de geschiedenis rond seks en huwelijk, maar heeft meer oog voor het individu en dat maakt het een stuk prettiger leesbaar (Van Gennep, 428 p., f 32,90). Citaten en overzichten zijn treffend en veelzeggend, tot in de onderschriften bij de illustraties: ‘Hoewel Indianen geen blanke vrouwen seksueel hebben mishandeld tijdens de oorlogen in de koloniale tijd, hebben Amerikaanse schilders herhaaldelijk wilde krijgers afgebeeld die onschuldige vrouwen lastigvallen en vermoorden.’ Aardig zijn de volksversjes die de auteurs hier en daar opnamen:
A bundling couple went to bed,
With all their clothes from foot to head,
That the defence might seem complete.
Each one was wrapped in a sheet
But O! this bundling's such a witch,
The man of her did catch the itch,
And so provoked was the wretch,
That she of him a bastard catch'd.
Volstrekt onbekommerde liefde vinden we in Peter Fendi. 40 Erotic Watercolors. (Van Gennep, f 24,50). De kunstenaar (1796-1842) was een gerespecteerd schilder aan het Keizerlijke Habsburgse hof, schilderde veel portretten van vorstelijke figuren en was beroemd om zijn verbeeldingen van momenten uit de Duitse geschiedenis en literatuur. Maar als zoveel van zijn collega's schilderde Fendi ook scènes uit het levendige Weense leven, die op zijn minst iets onhullen over zijn favoriete vrouwengestalte: wespentailles, brede en vlezige heupen, korte beentjes en haarloze geslachten. De liefde bij Fendi is immer zorgeloos, of deze nu onder een ondeugende pianoles wordt bedreven, voor een geopend venster of tijdens slemppartijtjes voor drie. Onvergetelijk zijn Fendi's specimina van ‘acrobatensex’, demonstraties van exotisch evenwicht en weinig Europees aandoende elasticiteit.
ATTE JONGSTRA
Modern Antiquariaat Van Gennep is gevestigd op Nieuwe Zijds Voorburgwal 330, Amsterdam en Oude Binnenweg 131B, Rotterdam; Boekhandel Het Martyrium in de Van Baerlestraat 170-172, Amsterdam.