Abel Posse
Vervolg van pagina 6
de natuur die wordt verwoest. Isabella en Ferdinand trekken zich, getroffen door familieleed - hun kinderen sterven of worden waanzinnig - steeds meer terug: in zichzelf (Isabella) of in een starre, ombarmhartige politiek (Ferdinand), waarmee ze de basis leggen voor de contrareformatie, die Spanje eeuwenlang van de rest van Europa zou isoleren. Op deze weinig glorieuze wijze krijgt ‘de eerste wereldmacht’ gestalte en daarmee de tijd waarin we nog steeds leven.
Via een fantasievolle, carnavaleske omweg komt Posse in De honden van de paradijs uit bij hetzelfde sombere beeld van de ontdekking en verovering van Amerika en de gevolgen hiervan als Galeano in Kroniek van het vuur. Meer nog dan Galeano's zwarte legende heeft die van Posse niet alleen betrekking op de Spanjaarden en de Spaans-Amerikanen, maar op de hele moderne Westerse beschaving. Een ander, hiermee samenhangend verschil is dat Posse zich, in tegenstelling tot Galeano, geen illusies maakt over de toekomst. Bij hem overheerst de overtuiging dat ‘de mensen een grap van de goden’ zijn. Ze koesteren een ‘ongelukkige nostalgie of een bedroevende hoop’. De weemoedige toon van deze woorden valt op in een roman die zich voor het overige juist kenmerkt door een barokke uitbundigheid, die De honden van het paradijs tot een van de meest eigenzinnige Spaans-Amerikaanse romans maakt die de laatste jaren zijn verschenen.
■