Philip Mechanicus
Vervolg van pagina 7
delftsblauwe aardewerken pikken en affiches van martelwerktuigen door de eeuwen heen. Toen had je regenten en arbeiders, nu gemeenteraadsleden die het kennelijk allemaal geen bal interesseert. Het was een andere wereld, dicht bevolkt door straatkinderen waarover Mechanicus ooit nog een fotoboek had willen maken. Daar is het niet van gekomen, maar ook in dit boek kom je er heel wat tegen.
‘Op een brug spelen we met de onderstel van een oude kinderwagen. Het zusje van een vriendje zit erop. Haar vuile tenen steken door de resten van erbarmelijk schoeisel. Een vriendelijke donkerharige vrouw maakt er een foto van. We krijgen allebei wat suiker in de vorm van een harde kleine kubus.’
Het was Emmy Andriesse die de foto maakte, bij de Raamgracht op de hoek van de Zwanenburgwal. Philip Mechanicus houdt van het beetje grauwe dat die herinneringen kenmerkt, en uit de manier waarop hij er over schrijft merk je dat hij dat niet alleen maar doet uit literaire overwegingen. Zo ook met die oude foto's. Ze kunnen mooi zijn, maar uiteindelijk dienen ze er voor om de herinnering vast te houden. ‘Aan het akelig gillen van de zeemeeuwen, die in de klamme regen verdwijnen achter de scherpe en stompe hoeken van Amsterdam.’
■