Prince
Vervolg van pagina 9
biografieën van nog volop opererende popartiesten, geeft Hill niet een geautoriseerd en derhalve van jubel doortrokken portret en gaat hij eveneens niet uit de weg voor minder prettige mededelingen. Zo ontmaskert hij de vertelsels van Prince als was hij geboren uit ouders die een mixage zijn van vele rassen als een kinderlijke leugen. Tevens laat hij enkele musici aan het woord die, voor zover hun contract het toestaat, onthullen aan een wat al te strikte tucht onderworpen te zijn geweest in de tijd dat ze bij Prince musiceerden. Blijkbaar is Prince Roger Nelson niet afkerig van onderbetaling en het opstellen van worgende contracten. Bovendien vertoont Prince niet alleen licht despotische trekjes in de omgang met zijn muzikanten maar is hij eveneens niet te beroerd composities te jatten van oude vrienden. ‘Even when I'm wrong, I'm right,’ schijnt Prince regelmatig te verklaren tegen zijn muzikanten. Maar zelfs genieën hebben wel eens ongelijk, daar verandert God noch orgasme iets aan.
■