J. van Donselaar
Vervolg van pagina 5
klassieke muziek. Deze soort muziek wordt maar door weinig Surinamers gewaardeerd, het merendeel houdt van zijn eigen muziek. De SN-betekenis van viool drukt uit hoe men de viool, die in de koloniale tijd een soort statussymbool was, in Suriname ziet.
Het woordenboek begint met een citaat van Henri de Ziel uit 1963: ‘De cultuursituatie in Suriname heeft in het wezen van de Surinaamse mens een taalstructuur (habitus) doen ontstaan die niet identiek is aan de taalstructuur van de Nederlander. De wegen waarlangs men het Nederlands verstaat en waarlangs men zich in het Nederlands uitdrukt zijn bij Nederlander en Surinamer niet hetzelfde.’
Haakmat merkt hierbij op dat veel Nederlanders die AN spreken mensen die de taal anders spreken als inferieur beschouwen. ‘Men zou hier iedere Nederlandse taaluiting moet erkennen en accepteren. De taal die mensen spreken heeft veel met hun identiteit te maken. Niet voor niets hebben taalstrijden dan ook zo'n geladen karakter.’ Eind 1988 vertrok een parlementaire delegatie uit Patatania (Nederland) naar Suriname. Bij deze gelegenheid gaf de delegatie een geschenk aan de Surinaamse Nationale Assemblee: de Dikke Van Dale.
Haakmat: ‘Daar heeft zowel de pers als de Assemblee in Suriname verdrietig en verwijtend op gereageerd. Deze geste was misschien goed bedoeld, maar als de delegatie dit woordenboek had aangeboden dan had men dat eindelijk kunnen zien als een erkenning door Nederland van het SN. Voor zo'n erkenning zijn mensen enorm gevoelig.’
■