Marcus Heeresma
Vervolg van pagina 3
tante Hannah eindelijk de kleurentelevisie kan kopen die haar door haar zwartgallige Piet zo lang geweigerd werd.
Het belangrijkste middel dat Peter Walowytsjek gebruikt, is zijn fantasie. Met prachtige verhalen weet hij anderen in zijn macht te krijgen. Die deinzen terug voorde bizarriteiten die hij hun voorspiegelt en kiezen voor zekerheid.
Natuurlijk is dit soort ‘overwinningen’ marginaal. Het loket, de plaats die gaande het verhaal steeds meer geïdentificeerd wordt met kaartenbakken, met cellenblokgrijs, met tralies, met uniformen, met formulieren en met stempels, stempels, stempels, dat loket wordt daardoor nauwelijks bestreden. In de laatste zinnen wordt Peter door een plotseling opgedoken broer van oom Piet dan ook een lokkend alternatief geboden: aanmonsteren op een schip en het loket het loket laten. Peter weet dat voor dat verlaten loket ‘zich talloze wanhopigen zullen verdringen’. Met een dergelijke leegte, zonder autoriteit, valt moeilijk te leven. Of Peter dat kan, laat het boek in het midden.
De verhalen waaruit De lokettist is opgebouwd, hebben wat thematiek en motieven betreft flink wat overeenkomsten. Alleen, de noodzaak van hun aanwezigheid is mij niet duidelijk. Zo zouden de geschiedenis in het poldercafé, de affaire met de twee rijkswachten zonder bezwaar weggelaten kunnen worden. Als roman, als constructie, overtuigt De lokettist mij daarom niet. Maar ik voeg er onmiddellijk aan toe dat die afzonderlijke verhalen uitstekend geschreven zijn en gelukkig flink wat relativerende ironie bevatten.
■