Afgeprijsd
In de serie ‘Librije der Geneeskunst’ verscheen een aantal reprints van historische medische teksten. Bij voorbeeld Onderwijs voor alle Vroed-Vrouwen raeckende hun Ampt ende Plicht uit 1697, van de stadtschirgijn te Brugge, Cornelis Kelderman (De Slegte, f 4,95). Een vraag-en-antwoordspel: ‘Vraghe: Moet men in Knechtjes de Navel-strengh, langer als in de Meysjes af-binden? Antw: Hier in en is gheen onderscheyt te maecken, want al ist dat de Navel-strengh, een span lanck van het Kindts buyck afghebonden waere, sy sal altijt aen het Kindts buyck af-scheyden, ende af-vallen.’
Ook Herman Boerhaaves Kortbondige spreuken wegens de ziekten uit 1741 werd in deze serie als reprint opnieuw uitgegeven. De aderlating is bij Boerhaave een middel tegen vele kwalen. Bij voorbeeld tegen ‘walging, braking, verkloren eetenslust, flauwtens, zuizelingen, etcetera’ van de zwangere vrouw. Ook ‘stovingen, bestrykingen en dampingen’ zijn probate middelen (De Slegte, f 12,90). Fascinerend is Job van Meekerens met aangrijpende gravures en anekdotes verluchte Heel en Geneeskonstige Aenmerkingen uit 1728. Waar het gaat om ‘de oude druipert of zaetlooping, voor vrouwenjagt bekomen’ en ‘de kankervyg’, maar de gruwelijke verlossing die een stier in 1647 te Zaandam verrichtte is zeker niet minder opvallend. Het agressieve dier spieste eerst Jakob Egh aan de hoorns en toen diens zwangere echtgenote toesnelde werd ook haar buik door het ondier opengereten. Het kind, ‘door een zoo razende Stier, als verkeerde Vroedwyf ter weerelt geroeit’, overleefde het, ook al zou het niet meer dan negen maanden oud worden.
‘Een essay is de eenvoudigste, gewoonste, meest voorde hand liggende vorm van literatuur.’ Dat schreef H.A. Gomperts in zijn essaybundel De geheime tuin (De Slegte, f 8,95). Naast een aantal (niet alle meer even actuele) stukken over onder anderen Bilderdijk, Kloos, Paap, Emants, Bloem en Nijhoff doet Gomperts een aantal lovenswaardige pogingen dit literaire genre te omschrijven. Een van de mooiste regels vond ik: ‘Essays moeten geen beweringen zijn met voorbehoud, maar het voorbehoud zelf: pogingen, die voor niets terugdeinzen dan voor een konklusie.’ De persoonlijke toon is voor Gomperts evenzeer voorwaarde voor het essay en vanzelfsprekend besteedt hij daarbij aandacht aan de godfather van het persoonlijke essay, Montaigne. ‘Het schrijven van zijn essays was voor Montaigne een expeditie naar zijn onderste gedachten, naar die opinies, die overblijven, als men de illusies wegveegt, de koketterieën en de konventionele ideeën.’ Ook van Gomperts afgeprijsd verkrijgbaar zijn de essaybundels De schok der herkenning (De Slegte, f 7,95), Intenties (deel 1, De Slegte, f 6,95) en het respectabele verweer dat hij schreef naar aanleiding van Karel van het Reves beruchte Huizinga-lezing in 1978 Grandeur en misère van de literatuurwetenschap (De Slegte, f 6,95).
Voor wie het essayistische werk van Montaigne wil lezen zijn de drie delen Essais uit de OEuvres Complètes ook afgeprijsd verkrijgbaar (Van Gennep, f 9,90 per deel). Briljante, nog altijd voorbeeldige stukken over uiteenlopende zaken als ijdelheid, ervaring, fysionomie, drankzucht, het inconstante van het menselijk handelen, bewustzijn, wreedheid, boeken, de beloning van de eer, de oorlogvoering van Julius Caesar, de vooronderstelling, de Romeinse grootheid, woede en vaderliefde.
Een wonderlijk mooie serie reprints van Victoriaanse kinderboeken is ‘The Facsimili Editions from The Osborne Collection of Early Children Books’ (De Slegte). Mooi gebonden boekjes in kartonnen cassettes. A New Years Gift for Little Masters & Misses zit zelfs nog in een overslagdoosje. Dit plaatjesboekje uit 1777 biedt niet op alle bladzijden even rijke stof tot ouderlijke toelichting. Veel neutrale huiselijke scènes en anoniem vogelleven werden afgebeeld, maar op andere plaatsen zien we de gelaarsde kat blindemannetje spelen, een vogel naast een kooitje, een hond die kunstjes leert en de wolf in bed met Roodkapje, en daar kan een kind zich wat bij voorstellen (f 9,95). Little Red Riding Hood vinden we ook in het bundeltje The Traditional Faëry Tales uit 1845 (f 18,90), samen met The Beauty and the Beast en Jack and the Bean Stalk, alle drie kleurig geïllustreerd. De tekenaar George Cruikshank maakte etsen bij Klein Duimpje, die verklaren waarom hij in zijn dagen zo beroemd was. Vooral waar de reus Duimpje en zijn broertjes achtervolgt zien we in de vlucht van de reus op zijn zevenmijlslaarzen de vlucht van Cruikshanks graveerpen (f 9,95). Een merkwaardig duo verhalen vinden we samen in een andere cassette: The Diverting History of John Gilpin en The Babes in the Wood. Het laatste verhaal geeft een idee wat Victorianen hun kinderen óók vertelden: twee tegelijk stervende ouders geven hun babes mee aan een oom die vooral in de erfenis is geïnteresseerd, en die dan ook ongure types huurt om de arme kleintjes om zeep te helpen. Gelukkig is een van de schurken goedhartiger dan de andere. Hij vermoordt zijn makker als deze op het punt staat de kinderkeeltjes toe te knijpen en laat de babes dan in
een donker bos achter. Het einde is droevig. Het laatste plaatje laat twee bleke lijkjes onder een struik zien, terwijl vogeltjes deze met bladeren toedekken. Aanmerkelijk vrolijker is het verhaal over de textielhandelaar John Gilpin, die met zijn grote familie op stap gaat. Voor Gilpin zelf is geen plaats meer in de koets. Hij leent een paard dat er vervolgens met zijn onervaren berijder vandoor gaat. Paard en ruiter rijden voor de hoed en de pruik van Gilpin uit, er ontstaat een komische achtervolging door tientallen jagers, waarbij Gilpin triomfeert: hij is de snelste, ook al kan hij er niks aan doen. De illustraties zijn prachtig getekend en even fraai ingekleurd (f 16,90). Veel stijver geïllustreerd is Christina G. Rosetti's Sing-Song. A Nursery Rhyme Book uit 1872. Opvoedkundige versjes, die opleiden in moraal, sociaal leven en rekenkunst. ‘If a pig wore a wig,/ what could we say?/ Treat him as a gentleman,/ And say “Good day”.//’ (f 16,90)
Lewis Carroll schreef The Pig Tale, Leonard Lubin beeldde op onnavolgbare wijze Carrolls beklagenswaardige varken uit. Het beest zit bij een aftandse pomp te huilen omdat hij niet kan springen, als een welgeklede kikker hem het noodlottige advies geeft het toch maar eens te proberen. Een passerende kameel in adellijk kostuum voorziet de gebeurtenis van ironisch commentaar. Carroll omlijstte de geschiedenis poëtisch met rijmpjes over lichtvoetige ‘little birds’ (De Slegte, f 12,90).
ATTE JONGSTRA