Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas Heijne‘Lang leve de bestsellers! Want juist zij zullen nieuwe liefhebbers meeslepen in de grenzeloze intimiteit van de literatuur.’ Met deze hoopvolle woorden sloot Laurens van Krevelen, uitgever, verleden jaar zijn analyse van het huidige bestsellerklimaat af; een betoog dat verscheen in het reclameboekje Literatuur op de markt, waarmee zijn uitgeverij Meulenhoff de ‘zomeractie’ kracht bijzette. Het zijn de woorden van een man die van de nood een deugd heeft weten te maken. In zijn stuk geeft Van Krevelen er blijk van niet veel op te hebben met het fenomeen van de bestseller; dergelijke boeken vormen het natuurlijke produkt van een ‘commerciële massamarkt’ en ‘een massamarkt wordt uiteindelijk een wegwerpmarkt’. Wanneer het literaire klimaat wordt gekenmerkt door vluchtigheid en de jacht op hoge verkoopcijfers, dan vervreemdt het de ‘zo noodzakelijke literaire “voorhoede” van zich, de kleine groep lezers met een fijne neus voor het goede boek’. Het resultaat zou de teloorgang van de literatuur zijn. Om dat te voorkomen bepleit Van Krevelen een tweedeling: binnen de groep van lezers zou een min of meer beschermd ‘tweede circuit’ moeten ontstaan, een soort aristocratie van het boekenkopend publiek. De literaire plebejers - ik parafraseer de woorden van Van Krevelen maar even - zouden dan moeten zorgen dat er geld in het laatje komt door aan een stuk door de wekelijkse top-tien in huis te halen, waaruit vervolgens de goede smaak van de echte liefhebbers bekostigd zou kunnen worden. Deze laatste groep zou voorzichtig benaderd moeten worden, aldus de uitgever. De ‘deelnemers aan de wereld van het literaire boek zullen bereid moeten zijn om meer rekening te houden met de artistieke nieuwsgierigheid en kieskeurigheid van de liefhebbers. Kenners trek je nu eenmaal niet met vlotte, modieuze informatie of publicitair geweld, en evenmin met saaie, routineuze galerijen vol slaafs bijeengezette boekruggen en kritiekloos verzamelde titels: want een dergelijk aanbod vertegenwoordigt een ander soort massaliteit, die niet minder ontmoedigend is.’ Ontmoedigend, inderdaad. Deze maand verscheen bij Meulenhoff, de uitgeverij van Van Krevelen, een nieuwe reeks boeken die geheel en al bestaat uit kritiekloos verzamelde titels; Van Dis en Vargas Llosa, Blaman en Márquez, allen bijeengebracht onder de protserige noemer MONUMENTA. In grote advertenties werd duidelijk gemaakt dat het niet ging om de zoveelste goedkope pocketreeks, maar om een heus ‘Ontwerp voor een bibliotheek’. Een eveneens afgedrukte werktekening gaf aan hoe fijnzinnig de boeken waren uitgevoerd. Voor welke categorie lezers zou deze reeks nu bedoeld zijn? Voor lezers met smaak of lezers zonder smaak? Voor het eerste of voor het tweede circuit? ‘Ontwerp voor een bibliotheek’, het klinkt sjiek en smaakvol, maar welke lezer met smaak laat zijn bibliotheek voor hem samenstellen door een uitgever? En dan die naam; MONUMENTA - het heeft de pretentie van Weltliteratur, maar het klinkt als een nieuw merk snelkookrijst. Natuurlijk is er geen sprake van een nieuwe, ambitieuze reeks. Alle titels die nu als monument verschijnen zijn goedlopende titels waar de rek een beetje uit is. De boekenmarkt is verzadigd van ‘eenmalige’ goedkope herdrukken, de lezer heeft zijn boekenkast inmiddels volgestouwd met ranzige tientjespockets, dus nu wordt voor de verandering maar weer eens ingespeeld op het snob-appeal van het gebonden boek. Hoewel de pretentieuze presentatie anders doet vermoeden, wordt de verdere voortzetting van de MONUMENTA-reeks niet bepaald door de smaak van de uitgever, maar door het marktmechanisme. Honderd jaar eenzaamheid was vorig jaar nog een eenmalige goedkope herdruk, de komende drie maanden is het een monument. Daarin schuilt ook het verraderlijke van de argumentatie van Van Krevelen. Aan de ene kant suggereert hij dat bestsellers de lezers zullen meeslepen in de ‘grenzeloze intimiteit’ van de literatuur, aan de andere kant doet zijn uitgeverij er alles aan om de belangstelling van die lezer juist zoveel mogelijk te begrenzen, namelijk door hem boeken per strekkende meter aan te smeren onder het mom van een ‘ontwerp voor een bibliotheek’. De suggestie wordt gewekt dat de koper van de MONUMENTA-reeks het neusje van de zalm in huis haalt, dat hij binnentreedt in Van Krevelens ‘tweede circuit’ van echte boekenliefhebbers, terwijl er in werkelijkheid geen sprake is van een bibliotheek, maar van smaakvolle wandversiering in de vorm van een galerij ‘vol slaafs bijeengezette boekruggen’. Het is de retoriek van de huis-aan-huisverkoper van encyclopedieën, anders niet. Een pakket uitgemolken bestsellers aanprijzen als sieraad voor uw boekenkast getuigt, alle mooie woorden van de uitgever ten spijt, niet alleen van minachting voor de lezer, maar vooral voor het boek zelf. |
|