Ineke van Mourik
Vervolg van pagina 8
onvermogen om te rouwen - tevens kenmerkend voor ‘de hele westerse cultuur’ - leidde tot een innerlijke woekering van verdriet. Die nam de gedachte aan van bekommernis om het wereldleed.
Het is nog maar de vraag of Van Mourik over genoeg literair talent beschikt om een dergelijk gegeven uit te werken in een directe vorm - zoals het eerste hoofdstuk - en zonder de gemakkelijke oplossing van met maatschappijkritiek doorspekte brieven aan derden. Vertellen kan ze wel, althans, in de brief waarin de gouden tijden van de potteuze subcultuur in Nijmegen worden beschreven. Daar ontmoette ze Het Grijze Kind. Het is niet voor niets dat dit smeuïge fragment unaniem door de gezamenlijke lesbische en feministische pers is uitgekozen als voorpublikatie. Als zelfs daar de rest van het boek niet in de prijzen valt, hoe moet het dan belanden bij lezers die het lesbisch-feministische wereldje niet kennen?
■