Geen lichte kost
Uitgeverij Wolters-Noordhoff verzorgt een hele serie tijdschriften die op school als lesmateriaal gebruikt kunnen worden, maar ook door scholieren zelf, die er dan een abonnement op kunnen nemen. Voor de lagere klassen heb je Bumper en Tikker. Hierin gaat het over jeugdliteratuur. Er staan fragmenten in uit boeken van bijvoorbeeld Evert Hartman, Tonke Dragt, Guus Kuijer (in Tikker), maar ook interviews en gedichten. In het midden van het blad staan vragen en opdrachten naar aanleiding van de teksten. Het laatste nummer van Bumper heeft als thema ‘dromen’ en ik werd er een beetje somber van: al die problemen! De verhalen of boekfragmenten gaan over een jongen die kanker heeft en doodgaat, een meisje met een eetverslaving, een jongen die dik en dom is en op school gepest wordt, een meisje dat bij zichzelf telepathische gaven ontdekt en daar bang van wordt, een in Nederland opgegroeide Turkse jongen die niet terug naar Turkije wil. Geen lichte kost, maar ja, het leven als kind schijnt minder zorgeloos te zijn dan het ooit geweest is, en misschien was het wel helemaal nooit zorgeloos. Voor de hogere klassen heb je het blad Diepzee en dit lijkt me nuttig voor scholieren die een beetje bang zijn om de bibliotheek binnen te stappen, omdat ze dan overweldigd worden door een kast met boeken waaruit ze niet weten wat te kiezen. Diepzee kan je op een spoor zetten, doordat het schrijvers introduceert op een toegankelijke manier en aansprekende fragmenten afdrukt. Het blad ziet er aantrekkelijk uit, niet te saai maar ook niet gewild populair. Ook voor de hogere klassen zijn Sirene en Diver. Het eerste voor het Duitse taalgebied, het tweede voor het Engelse. De opzet is hetzelfde: fragmenten uit boeken, beschouwingen, introducties van en interviews met bekende schrijvers, en hier en daar een reportage over hoe
scholieren met de boeken (examenlijsten!) omspringen. Het niveau leek me hoog en dus niet altijd even makkelijk. Als ik terugkijk naar mijn eigen middelbare-schooltijd en bedenk hoe lang het duurde voordat ik me over de drempel heen zette om echt een boek in een vreemde taal te lezen, neem ik mijn petje af voor de scholieren die dit aankunnen. Malcolm Bradbury's Rates of Exchange bijvoorbeeld waarvan in de laatste Diver een fragment staat afgedrukt, leest verre van makkelijk met al die taalgrapjes en toespelingen op de riten van het Oostblok. Er is weliswaar een verklarende woordenlijst bijgevoegd (ook voor de andere stukken), maar ik kan me nog goed herinneren hoe vervelend ik het vond om steeds maar weer iets te moeten opzoeken; je kon het natuurlijk ook nalaten, maar de verleiding was groot als dat lijstje toch onder handbereik was, en dat opzoeken werkt zo vertragend! Hoe dan ook, als middelbare scholieren inderdaad goed uit de voeten kunnen met bladen als Diver en Sirene, is het nog niet zo slecht gesteld met het niveau van het moderne-talenonderwijs. Voor een abonnement op deze bladen (collectief zijn ze goedkoper dan individueeel) kunnen belangstellenden zich richten tot Wolters-Noordhoff, postbus 58, 9700 MB Groningen.