Bossink
Vervolg van pagina 12
en doet Jaap Verheul zijn kunstgebit in. (De aardigste agente, Liesbeth Mallee, is dan - helaas voor de serie - al van een dak gevallen en heeft haar nek gebroken.) Bij de groep hoort ook de Meijers uit de titel. Hij is niet gewoon, want hij heeft geen voornaam; hij is specialist in het lossnijden van zelfmoordenaars en het handig vervoeren van verrotte lijken. Hij krijgt van de auteur een opbouw mee die nieuwsgierig maakt en als we op pagina 93 flink over de helft zijn, volgt zelfs een uitvoerige beschrijving: scheve neus, grijze wrat, pollen in de oren, veel rimpels, ongeschoren kuiltje in kin, stijl (!) hoofdhaar in alle richtingen geduwd, kinderloos, vrijgezel. Deze Meijers wordt vervolgens zo gegrepen door de zaak dat hij zich er meester van maakt, de hiërarchie aan zijn laars lapt, en de plot voegt zich daarin: Meijers lost de zaak op.
Er gebeurt veel in het boek. Een nekbrekende jacht op een drugsverslaafde, de arrestatie van een miljoenenzwendelaar, het opgraven van een lijk, en dat is allemaal met veel kennis van zaken neergeschreven. De personages, zowel agenten als getuigen als slachtoffers, zijn zoals dat heet uit het leven gegrepen, en Bossink beschrijft al hun vele emoties. Het is best boeiend: hardwerkende, gewone agenten bezig met een ingewikkelde klus, met tranen en ellende. Maar de auteur doorbreekt die opzet door die Meijers als een kleine gespecialiseerde Maigret de zaak te laten overnemen.
■