[9 april 1988 - Nummer 14]
Ter zake
Diny Schouten
Bij uitgeverij Athenaeum/Polak & Van Gennep vond opnieuw een directiewisseling plaats, die binnen de familie bleef. De huidige eigenaar, Rob Polak, neef van de stichter der uitgeverij Johan Polak, besloot bij nader inzien te kiezen voor een loopbaan in de advocatuur. Zijn vader Rob Polak sr., broer van Johan en medisch onderzoeker in ruste, heeft nu het beheer over het fonds, waartoe het gebruikmaken van de VUT-regeling hem in staat stelt. De uitgeverij werd om redenen van zuinigheid gevestigd in de voormalige studentenkamer van Rob jr. ‘Het is een sprong in het diepe,’ geeft de nieuwe uitgever toe, die zich ‘niet gehinderd voelt door al te veel kennis van zaken.’ Broer Johan wordt daarom met enige regelmaat geraadpleegd als informeel adviseur, maar Rob Polak denkt eerder de voorgenomen zakelijker koers van zijn zoon voort te zetten: ‘Johan werd nooit geremd door overwegingen van zakelijkheid.’ Polaks eerste zorg is om de ‘kapitale investeringen in zorg, liefde en geld’ die in Athenaeum zijn gedaan, niet verloren te laten gaan. Behalve voortzetting van de serie goedkope herdrukken (Marguerite Yourcenars Het hermetisch zwart voor f 15,-), heeft het nieuwe Athenaeum plannen met de vele vertalingen die nog op de plank lagen. Daarvan wordt in ieder geval Nabokovs Laughter in the Dark uitgebracht. Het bereikbaar maken van de dure Athenaeum-uitgaven voor een groter publiek is voorlopig Polaks eerste zorg: ‘Ten slotte ben ik van huis uit practicus. Als uitgeverij zijn we nu erg marginaal, en dat is de reden dat we nog op zoek zijn naar aansluiting bij een grotere uitgeverij. Er zijn besprekingen met uitgeverij Ambo gaande, maar ik
heb geen idee welke kant ze zullen opgaan. We hebben geen haast.’
Op maandag 18 april organiseert Paradiso in Amsterdam een ‘Nacht der Overnachtingen’. Dan wordt ‘logies met ontbijt’ geboden, die het mogelijk maakt een culturele avond met zang, dans en muziek (popster Ernst Jansz zingt liederen van Schubert) te volgen vanuit een gehuurd stapelbed. Tandpasta, tandenborstel, zeep, handdoek, washandje en pyjama gelieve het publiek zelf mee te brengen. Na het gezamenlijk tandenpoetsen en bedopmaken kan er geluisterd worden naar schrijvers die spannende verhalen zullen voorlezen voor-het-slapen-gaan. Organisator Rein Spoorman stelt gerust dat er gescheiden ruimtes zullen zijn voor mannen en vrouwen, ‘want het is wel de bedoeling dat iedereen een genoeglijke nachtrust heeft.’
De organisatie van christelijke boekhandelaren, de stichting Christelijk Lektuur Kontakt, gaf voor de leden die bezwaar hebben tegen de goddeloosheid van boekenweekgeschenkschrijver Maarten Biesheuvel een alternatief boekenweekboekje uit. Mijn hart leest mee, een bundel protestants-christelijke poëzie (met een oplage van 15.000 exemplaren) kost f 2,50, maar naar eigen inzicht mogen de christelijke boekhandelaar het boekje ook cadeau doen. Verantwoordelijk voor de uitgave is uitgeverij Kok in Kampen, waar een keuze werd gemaakt uit bij christelijke uitgeverijen verschenen gedichtenbundels. De korte termijn ‘waarin de produktie gerealiseerd moest worden’, maakte dat de betrokken dichters pas ná de uitgave op de hoogte werden gesteld. Daarover maakte één van de opgenomen dichters, Hans Werkman zich nogal boos: ‘Ik stel er helemaal geen prijs op om in dat boekje te staan. Dit gezelschap is veel te divers, goede poëzie staat naast zeer slechte poëzie. Zo'n rommelig boekje gaat dan ten onrechte het gezicht van de christelijke poëzie bepalen. Er blijkt uit dat het CLK van literatuur geen kaas heeft gegeten.’ De redacteur/samensteller Albert de Vos blijkt het geheel eens te zijn met Werkmans kritiek: ‘Van sommige opgenomen poëtische teksten zou je kunnen zeggen dat het meer om pastorale meditaties gaat dan om gedichten.’ De haast waarmee het boekje gemaakt moest worden is spijtig: ‘Het is inderdaad usance om ook aan de auteurs om toestemming te vragen, ook al was dat in dit geval niet strikt nodig omdat de auteursrechten bij de uitgevers lagen.’
Met het Vlaamse uitgeverij-wezen gaat het heus véél beter dan men wel eens beweerd ziet, vindt uitgever Rudy van Schoonbeek van uitgeverij Dedalus. Uitgeverij Dedalus, vijf jaar geleden opgericht als stichting en derhalve zonder winstoogmerk, werd vorig jaar omgezet in een coöperatieve vereniging, een organisatievorm die in Nederland uitgeverij De Bezige Bij uniek maakt. Het ene jaar van ‘professionalisering’ (met 25 titels per jaar) blijkt Dedalus tot een gewilde investering te hebben gemaakt voor grotere uitgevers. Het aanbod van Uitgeverijen Singel 262 tot overname kwam voor Van Schoonbeek en zijn compagnon Ronald Grossey ongevraagd: ‘We hadden de luxe om het voorstel ruim in overweging te kunnen nemen, want er was financieel geen noodzaak voor.’ Aansluiting bij de Singel 262-uitgeverijen (Querido, De Arbeiderspers en Nijgh & Van Ditmar) biedt aan Dedalus mogelijkheden voor een betere distributie in Nederland en voor co-produkties. Dedalus specialiseert zich in toneelteksten, die tegelijk met de theateruitvoeringen worden uitgebracht, maar is ook uitgever van essayistisch werk van Tom Lanoye (‘Het circus van de slechte smaak’) en Herman Brusselmans (‘De geschiedenis van de Vlaamse literatuur’), en zag een streven naar het kweken van ‘literaire fondsauteurs’ beloond met uitgeverstrouw van een jonge generatie schrijvend Vlaanderen. Dat de ‘Hollandse imperialisten’ zich meester hebben gemaakt van zijn fonds, zoals Van Schoonbeek van verontwaardigde Vlaamse collega's te horen kreeg, beangstigt hem geenszins: ‘Ik heb niet de ambitie om Vlaamse boeken te maken. Ik heb de ambitie om boeken te maken.
Die worden alleen maar vanuit Vlaanderen geconcipieerd, en er is geen enkele reden waarom die ook niet in Nederland aansluiting zouden vinden.’