Hof van Holland
Vervolg van pagina 5
teur en diens werk, maar de historische situatie waarin de auteur leefde en werkte. Middeleeuwse auteurs zijn doorgaans auteurs in opdracht, ze kennen hun opdrachtgever, en zullen vaak genoeg hun boek eigenhandig hebben aangeboden of met eigen stem voorgelezen hebben.
Van Oostrom stond op de eerste plaats voor ogen aandacht te schenken aan teksten die te weinig belangstelling hebben gekregen. Daarnaast streefde hij een experiment na om, op basis van een voor Nederlandse begrippen zeer rijk corpus, literatuur- en geschiedwetenschap met elkaar te verenigen. Maar niet in de laatste plaats wilde hij een boek over het schrijven van middeleeuwse literatuurgeschiedenis schrijven dat, idealiter, onderzoekers zou inspireren, studenten zou enthousiasmeren en leken zou interesseren. Van Oostrom heeft de auteurs aan het Hollandse hof een eigen gezicht gegeven, hij heeft teksten interessant gemaakt die tot op heden genegeerd werden vanwege hun veronderstelde inferioriteit.
Het is lang geleden dat ik in een boek over de Middelnederlandse literatuur zo veel nieuwe dingen las. De student die door dit boek niet geënthousiasmeerd raakt, doet er goed aan van studierichting te veranderen, ofwel er helemaal mee op te houden. Ik hoop van ganser harte dat het boek zijn weg zal vinden naar het mede geïntendeerde lekenpubliek. De tekst op de achterflap opent veelbetekenend met de woorden: ‘Aan het begin van het hersttij der middeleeuwen...’ Van Oostroms studie refereert niet alleen aan Huizinga's klassieke beeldvormer van de Bourgondische middeleeuwen, het is een aemulatio in de ware zin des woords. Het boek is zorgvuldig en evenwichtig gecomponeerd: zeven hoofdstukken, elk opgebouwd uit vier paragrafen, in de noten veel aanvullende informatie en een bibliografie met voor zowel de neerlandicus als de historicus veel onbekende literatuur. Voor de niet-vakgenoten zijn de meeste citaten vertaald. Het proza van Van Oostrom heeft literaire allure en is een genot om te lezen. De afbeeldingen zijn doorgaans te zeer verkleind om duidelijk te zijn. Gelukkig werd het boek ingenaaid, maar waarom is er niet tegelijkertijd een gebonden editie in de handel gebracht, met echte foto's? Wie de middeleeuwen-boeken van de laatste tijd kent (Tuchman, Duby, Le Goff, en zo men wil Eco's Naam van de roos) zal als hij Van Oostroms boek uit heeft tot de conclusie komen dat hij een uitzonderlijk goed boek gelezen heeft.
■
Willem Kuiper is verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam.