Brieven
Patiëntenkollektief
In een bespreking van het boek van Jaap Goedegebuure, Decadentie en literatuur (Boekenbijlage, 16 januari) noemt Dick van Halsema de echte decadentie ‘een vorm van denken die in de jaren zeventig tot nieuw leven kwam in het Heidelberger patiëntenkollektief’.
Naar aanleiding van deze zinsnede vraag ik mij af tot welk publiek de Boekenbijlage zich eigenlijk richt. Denkt de redaktie werkelijk dat ‘het Heidelberger patiëntenkollektief’ gesneden koek is voor alle hopelijk nog 90.000 abonnees van Vrij Nederland? Dan wil ik wel even opmerken dat ik, hoewel niet geheel onbekend in de boekenwereld, in de verste verte niet weet waarover die meneer het heeft. Dom natuurlijk, maar mijn domheid gaat nog verder: uit het zinsverband kan ik zelfs niet opmaken of ik dat kollektief in de jaren zeventig van de vórige eeuw moet zoeken (de term kan ironisch zijn gebruikt), of in de eeuw van nu.
Omdat ik vaker moeite heb met het woordgebruik van de Boekenbijlage, wil ik de redaktie uitnodigen om, als zij haar super-elitaire beleid wil voortzetten, ten behoeve van de gewone, niet-gespecialiseerde lezer het voorbeeld te volgen van sommige financiële rubrieken. Die nemen tegenwoordig een lijstje op met de verklaring van de voornaamste termen uit het dieventaaltje van de Amsterdamse Effectenbeurs.
Ik denk dat dit een leerzaam, veelgelezen rubriekje kan worden, bijvoorbeeld op de achterpagina, naast de plaat van Peter van Straaten. Uw lijstjes kunt U bovendien van tijd tot tijd bundelen onder de titel ‘Kleine Katechismus van VN's Literair Bargoens’.
Utrecht
Hans van Straten