Politieke tekenaars
Vervolg van pagina 8
wel eens ‘met de mannen’ heeft meegedaan, hier iets zinnigs over kunnen zeggen. Misschien hebben de vrouwelijke tekenaars geen boodschap aan de nog altijd vooral door mannen beheerste politiek, noch aan deze tenslotte vrij agressieve ‘mannelijke’ vorm van tekenen. Het zal ook wel geen toeval zijn dat het door vrouwen gemaakte politiek-maatschappelijk relevante werk vrijwel steeds het feminisme tot onderwerp heeft. Dat alleen Marie Marcks als vrouwelijke politieke tekenaar in de inleiding genoemd wordt, doet naar mijn smaak de ‘politieke’ bijdrage van vrouwen aan de media dan ook onvoldoende recht. In dit verband hadden ook bijvoorbeeld Claire Brétecher, Franziska Becker, Cath Jackson of Karin van Elderen en Elly Hees genoemd kunnen worden.
Overigens scheelde het weinig of NRC Handelsblad had voor het eerst na de oorlog een ‘echte’ vrouwelijke politieke tekenaar gepresenteerd. Die primeur ging echter niet door, omdat de door Carolein Smit gemaakte portretten van Lubbers en Ruding te weinig aansprekend werden bevonden. Het is jammer dat de proef zo snel werd afgebroken. Niet alleen omdat de tekeningen toch wel van talent getuigen en een lang vergeten genre - de dierkarikatuur - laten herleven, maar ook omdat de praktijk uitwijst dat er enige tijd voor nodig is om als politiek tekenaar de passende stijl te vinden. Het vroegste werk van Opland had in vergelijking geringere kwaliteit en Stefan Verwey huivert als hij zijn eerste oubollige grappen weerziet: ‘Ik vind het vreselijk geconfronteerd te worden met wat ik toen, twintig jaar geleden, maakte.’
Ondanks het ontbreken van enkele andere opvallende tekenaars, zoals Martin Sǐmek (Anone), Siegfried Woldhek, Jaap Vegter en de miskende Arno van Dijk, geeft het boek van Henriëtte Bonarius een goed beeld van ‘de politieke lijn’ in de Nederlandse pers, mede door de toegevoegde illustraties. Vanzelfsprekend mocht in een boek over tekenaars, die anderen te kijk zetten, een persiflage op henzelf niet ontbreken. Voorwoordschrijver Ruud Verdonck heeft die taak overtuigend volbracht: ‘Tijdens de eerste “redactievergadering” (van het voormalige satirische weekblad De Opstoot - HM) (...) meende Jos Collignon dat de juiste stemming om echt vals en gemeen te worden, binnen handbereik zou komen met behulp van veel goedkope wijn en Franse kaas. Enfin, ze begonnen keurige toastjes te maken en nipten van hun bierglas wijn. Zulk volk.’
■