Rob Schouten
Tsja, daar vraagt u me weer eens wat. Twee derde van dit jaar zat ik in Amerika en bleef van de Nederlandse letteren verschoond, en toen ik terugkwam kon niemand mij iets van literair belang melden. Ver weg las ik daar achterstallige boeken als De naam van de roos (gratis bij bezoek aan de gelijknamige film na aanschaf van een teil Cola en een emmer popcorn), echt weer zo'n ouderwets, door iedereen overschat boek; niet veel aan eigenlijk. Ook met Lake Wobegon Days van Garrison Keillor liep ik niet weg. Het is wel aardig en ironisch, maar toch zeker niet zo groots dat die populariteit valt te verklaren. Maar misschien wordt mijn zicht vertroebeld door het feit dat Keillor uit de stad komt waar ik woonde, en daar als een halfgod aanbeden wordt.
Nu positief. Op zoek naar de Sartre-biografie van Annie Cohen-Solal vond ik die van Ronald Hayman, (Sartre, A Biography, Pantheon, f 59,90), die heel wat beter is: een voorbeeldige levensbeschrijving zoals men zou wensen dat iemand in Nederland er eens eentje schreef, over Couperus of Vestdijk bijvoorbeeld. Verder nam ik met veel plezier tot mij diverse verhalenbundels van Raymond Carver, realistisch Amerikaans met feilloos gevoel voor schrijnend detail, en weer thuisgekomen bevielen mij de oude, nu onder de titel De Koning gebundelde schaakstukken van Jan Hein Donner (Bert Bakker, f 45, -). Sartre - Carver - Donner dus.